Oorlog altijd tastbaar aanwezig voor inwoners Gelderse Beesd
BEESD. „Vijf jaren van bezetting beschrijven is een moeilijke zaak. Aan de ene kant gebeurde er veel, aan de andere kant ging het leven gewoon door. Al was het geen lolletje.” Zo typeerde Barthold van Verschuer de oorlogsjaren in het Gelderse Beesd in het boek ”Oorlog achter het Front”, dat deze week verscheen.
„De spijker op zijn kop”, vindt schrijver Fortu de Haas van de omschrijving van Van Verschuer. „Beesd staat model voor al die dorpen die niet leden onder direct oorlogsgeweld. De mensen hadden te eten; iedereen had wel een tuintje of slachtte een varken. Maar de oorlog was altijd tastbaar aanwezig.”
De Haas (76), geboren en getogen in Beesd, was drie toen de oorlog uitbrak. „Ik kan me nog goed voor de geest halen dat we in mei 1940 werden geëvacueerd, omdat het land onder water werd gezet. We reden op een vrachtwagen naar Waddinxveen. Daar moest ik in het stro slapen. Later zagen we hoe Rotterdam werd gebombardeerd. Dat heeft grote indruk op me gemaakt.”
Van de volgende jaren weet De Haas zich weinig meer te herinneren. „Weer wel dat mijn oudste broer moest onderduiken. Hij werd opgeroepen om in Duitsland te werken, maar vertikte het om te gaan. Dat gaf thuis veel spanning.”
Kopje koffie
Vorig jaar besloten De Haas en oud-klasgenoot Peter Penders de geschiedenis van Beesd tijdens de Tweede Wereldoorlog op te tekenen. „We hebben met veel mensen gesproken. Met een kopje koffie; dat werkt het best. Soms waren we net te laat. We hoorden van een inwoonster van 100 jaar die nog goed bij de tijd was. Toen we bij haar langs wilden gaan, hoorden we dat ze was overleden.”
Daarnaast maakten De Haas en Penders gebruik van diverse dagboeken. Onder meer van Barthold van Verschuer, zoon van de baron die op het naburige landgoed Mariënwaerdt woonde, en van Dora van Kessel. „Op een gegeven moment stopte Dora met schrijven, omdat er geen schriftjes meer te krijgen waren.”
Het boek begint met de dramatische evacuatie vanwege de komst van het water en eindigt met de laatste maanden van de bezetting. „Een tijd van angst, vervolging, dwangarbeid en actief verzet. Ook een tijd van persoonlijke moed en solidariteit.”
Glimlach en traan
”Oorlog achter het Front” is een boek dat met een glimlach en een traan wordt gelezen. De lach als beschreven wordt hoe het dorp in 1939 in staat van paraatheid werd gebracht. „Voor de veldwachter werd een sabel en revolver aangeschaft.” Of om het ‘plezier’ dat de kinderen beleefden aan de oorlog. „Het dorp waar nagenoeg nooit vreemdelingen kwamen, bleek plotseling niet alleen vol met Duitsers, maar ook met Russen en later –nog spannender– met Canadezen. Alles mocht en alles kon: men mocht zelfs stelen van de Duitsers. Bovendien werd de invasie nagebootst. Met een roeiboot staken jongens de Linge over om het tegenover liggende weiland te bezetten.”
Maar vooral ook een traan. Bijvoorbeeld om het lot van de veertien Joden die in Beesd zijn geboren en in Auschwitz of Sobibor omkwamen. „Toen ik die lijst zag, was ik diep ontroerd. Ik heb dat nooit geweten”, zegt Fortu de Haas.
Antisemitisch
De schrijver stelt met leedwezen vast dat sommige inwoners antisemitische trekken vertoonden. Een dagboekschrijfster veroordeelt de Duitse aanpak scherp, maar stelt anderzijds vast dat de Joden het er wél naar hadden gemaakt. „Woekeren en bedriegen zijn hun aangeboren ondeugden.”
De Joden ondervonden lang niet altijd hulp als ze een schuiladres zochten, en de paar overlevenden die terugkeerden, werden amper begroet.
Hoe anders was dat op het naburige landgoed Mariënwaerdt met zijn talrijke boerderijen, waar baron en barones Van Verschuer en hun dochter Annemarie tientallen Joden en andere vluchtelingen verborgen en van daaruit naar schuiladressen elders in het land vervoerden.
Eerst kloppen
Prachtig om te lezen hoe bij een zoektocht naar Engelse piloten de barones rustig zat te handwerken pal boven het luik waardoor luttele seconden daarvoor Joden en studenten waren verdwenen. „De Duitsers stormden naar binnen. Barones Van Verschuer riep: „Eruit. Eerst kloppen in dit huis.” De Duitsers verdwenen en klopten vervolgens keurig op de kamerdeur.”
Opmerkelijk hoe vol Godsvertrouwen, Oranjegezind en openlijk anti-Duits de familie zich opstelde. Tot het op Dolle Dinsdag misgaat. Beruchte NSB’ers worden overmeesterd en in de kelders van Mariënwaerdt gevangengezet. Als een van hen ontsnapt, moet het gezin in allerijl vluchten. Psalm 91 biedt de adellijke onderduikers rust. „Ik zal tot den Heere zeggen: Mijn toevlucht en mijn Burg.”
Otto, baron Van Verschuer (85), schrijft in zijn voorwoord: „Nooit meer oorlog. Met de gedachte dat dit boekje hieraan bijdraagt, hoop ik dat velen het zullen lezen.”
”Oorlog achter het front”, door Fortu de Haas en Peter Penders, 78 blz., is verkrijgbaar bij Fortu de Haas, Voorstraat 86, 4153 AN Beesd en via beesdoorlog.nl, € 10 excl. verzendkosten.