Volgens de rechtbank staat onder meer vast dat de voorhuid van het slachtoffer werd vastgeniet aan een plank. Hij werd met een mes in het been en in de hals gestoken, met een deegroller, wielsleutel en balk tegen hoofd en lichaam geslagen, met een spanband gewurgd en met een nietmachine in het hoofd geniet.

Op basis van filmbeelden die van de mishandelingen werden gemaakt, concludeert de rechter dat verdachten hem hebben vernederd en gekleineerd. Aan het slachtoffer moeten ze 8000 euro schadevergoeding betalen.

De man raakte betrokken bij de bende toen hij schulden had. Hij zou een jaar kunnen werken en dan van de schulden af zijn. Het ging echter mis toen er een oogst wiet mislukte. De man werd verantwoordelijk gehouden, kreeg nog meer schulden en moest daardoor langer werken. De bendeleden namen zijn administratie en bankpassen af.

De man durfde pas naar de politie te stappen, nadat hij er getuige van was geweest dat er plannen werden gemaakt om hem in stukken te gaan snijden en te begraven in de Ardennen. Het Openbaar Ministerie vergeleek hun handelwijze met maffiapraktijken.

„Het slachtoffer werd in een volstrekt afhankelijke en kwetsbare positie gebracht en gehouden. De verdachten beleefden plezier en genoegen aan het geweld”, concludeert de rechter in zijn uitspraak.