Verplegers en verzorgers maken zich zorgen
AMSTERDAM (ANP). „Melk in een keukenkastje in plaats van in de koelkast, pannetjes die vies terug in de kast worden gezet. Je komt het als thuishulp allemaal tegen”, zegt Betty van Peursem, die al 15 jaar werkt als thuishulp en veelal als eerste merkt dat ouderen dement worden. „Dat gaat straks verloren.”
Het is volgens Van Peursem één van de grootste zorgen die op dit moment leeft onder de 50.000 thuishulpen en tienduizenden verpleeg- en verzorgingshuismedewerkers die ontslag boven het hoofd hangt door bezuinigen in de zorg. Ambtenarenvakbond Abvakabo houdt zaterdag daarom in Amsterdam de Mars voor Zorg, een landelijke zorgmanifestatie, om de politiek ervan te overtuigen af te zien van de plannen.
Van Peursems zorgen lijken niet onterecht. Volgens Abvakabo dreigen 170.000 ouderen en gehandicapten de zorg die ze nodig hebben kwijt te raken. Hulpbehoevenden moeten in het vervolg een beroep doen op mantelzorgers. „Dit heeft desastreuze gevolgen. Ouderen zullen vereenzamen en in een isolement raken”, stelt Abvakabo-bestuurder Lilian Marijnissen.
Maar misschien nog wel belangrijker is dat thuishulpen vroeg gezondheidsproblemen kunnen signaleren. „Het is de thuishulp die als eerste merkt dat de 86-jarige mevrouw Jansen niet meer weet hoe ze koffie moet zetten of niet meer weet waar haar diabetesmedicijnen liggen. Voordat een zoon die eens in de 2 dagen komt kijken dat in de gaten heeft, ben je al te laat”, aldus Marijnissen.
Abvakabo vreest dan ook dat het inzetten op mantelzorgers mooier en socialer lijkt dan het in werkelijkheid is. „Het is heel mooi als een dochter haar moeder kan verzorgen, maar vrouwen zitten niet meer de hele dag thuis en hebben ook een drukke baan.” Bovendien denkt Van Peursem dat ouderen niet zo snel om hulp vragen, omdat de meesten het nu al erg genoeg vinden dat iemand anders hun ramen moet lappen.
„Ze willen 50 jaar terug in de tijd”, verzucht Van Peursem. „Toen was het normaler dat kinderen voor hun ouders zorgden, maar dat is de huidige maatschappij niet meer. Een simpel boodschapje is zo gedaan, maar het gaat om dat stukje persoonlijke aandacht. Poetsen kan iedereen.”