Transporteurs krijgen toch schadevergoeding
DEN HAAG/ZOETERMEER (ANP). Minister Melanie Schultz (Infrastructuur en Milieu) moet alsnog een deel van de schade vergoeden die transportbedrijven in Almere en Aalsmeer opliepen door de langdurige sluiting van de Hollandse Brug in 2007-2008. Dat blijkt uit een uitspraak die de Raad van State eerder deze week heeft gedaan.
De Hollandse Brug over het Gooimeer, die de A1 bij Muiden met de A6 richting Almere verbindt, was vanaf april 2007 bijna 14 maanden gesloten voor vrachtverkeer, nadat mankementen aan de constructie waren vastgesteld.
De afsluiting leverde de transportbedrijven zogenoemde omrijschade op. De minister wees hun verzoek om compensatie echter af. De omvang van de schade viel beneden de geldende norm voor dit soort schade wegens werkzaamheden en moest daarom worden beschouwd als ondernemersrisico. De bedrijven haalden bij de rechter in eerste instantie bakzeil en gingen in hoger beroep bij de Raad van State.
De hoogste bestuursrechter vindt nu dat een nog nader te bepalen deel van de schade toch moet worden vergoed. Daarbij wijst de Raad erop dat de minister zelf heeft vastgesteld dat de plotselinge en langdurige sluiting van de Hollandse Brug niet kan worden beschouwd als een „normale maatschappelijke ontwikkeling”.
De ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) zegt dat op grond van deze uitspraak mogelijk meer bedrijven dan de twee betrokken ondernemingen in aanmerking komen voor compensatie. Het is nog onduidelijk hoeveel geld is gemoeid met de schadeloosstelling.