„Nu zeggen Turken: basta, genoeg!”,aldus Aktar. Een klein protest van enkele tientallen mensen tegen de sloop van een park in het centrum van Istanbul is binnen een week uitgegroeid tot een landelijke golf van protesten waaraan tienduizenden mensen meedoen. Niet alleen in grote steden als Istanbul, Ankara en Izmir, maar ook in kleinere als Eskisehir en Isparta gaan mensen de straat op.

Aktar, die werkt aan de Bahcesehir Universiteit in Istanbul, meent dat de manier waarop premier Recep Tayyip Erdogan de samenleving naar zijn hand probeert te zetten, „de bevolking van Turkije tot hier zit. Mensen zitten vol negatieve energie om talrijke redenen”.

Velen zijn moe van Erdogans autoritaire stijl. Als voorbeelden noemt hij de recente nieuwe regels rond alcoholverkoop en -gebruik, de discussie over abortus en nu rondom tabak. „Ze willen nu roken in de auto verbieden, stel je voor”, zei hij. „Maar natuurlijk gaat het ook om de enorme bouwprojecten overal in Istanbul. Die worden uitgevoerd zonder enig onderzoek naar de impact ervan en zonder inspraak van de bevolking.”

„En als er kritiek komt, gaat Erdogan meteen verbaal tekeer. Hij voelt zich onaantastbaar.” Volgens Aktar zijn de huidige protesten een enorme slag voor de regering. De betogingen ontstaan spontaan en vormen daarmee de belangrijkste protesten tegen Erdogan in de ruim 10 jaar tijd waarin zijn partij van gematigde islamisten, de AKP, aan de macht is.

Volges Aktar weet de regering „niet hoe ze een crisis moet managen. Het enige wat ze kennen is het afdwingen van orde. Ze zijn vast zelf ook verbijsterd over wat er gebeurt”. Waar de protesten toe leiden, is volgens Aktar moeilijk te zeggen. „Maar ik zou de stemming in Turkije bijna omschrijven als een volksopstand. Zelfs groepen die elkaar doorgaans bestrijden, staan nu zij aan zij.”