OM eist veertien jaar voor moord echtgenote
Tegen de 48-jarige J. R. uit Emmen is woensdag voor de rechtbank in Assen veertien jaar celstraf geëist voor moord.
De man heeft bekend op 28 februari zijn echtgenote te hebben gewurgd en van de trap te hebben gegooid. Hij belde zelf met het alarmnummer 112 en vertelde dat zijn vrouw een ernstige val had gemaakt van de trap.
Officier van justitie M. Wolters legde een forse eis op tafel. De Emmenaar heeft in de ogen van Wolters duidelijk gehandeld met voorbedachten rade. De man heeft tijdens zijn daad meerdere keren een moment gehad waarop hij zijn handelen kon stoppen. Hij deed echter het tegenovergestelde.
Eerst probeerde hij vergeefs met kussens zijn vrouw te laten stikken. Vervolgens sloeg de man haar met een boeddhabeeld op het hoofd en gooide haar van de trap. De vrouw bleek echter nog niet dood waarna hij haar nogmaals een kussen in het gezicht drukte en haar strottenhoofd dichtdrukte.
Het echtpaar was bijna 25 jaar getrouwd, maar hun verhouding was al jarenlang verstoord. Het gezin gaf structureel meer geld uit dan er binnen kwam, waardoor er financiële problemen ontstonden. De vrouw kampte met lichamelijke gebreken, waardoor de man naast zijn baan het leeuwendeel moest doen in het huishouden. Hij had, naar eigen zeggen, het gevoel dat zijn leven door de vrouw werd bepaald en wilde rust. Daarvoor koos de man, aldus de officier, voor een bizarre oplossing.
Volgens deskundigen van het Pieter Baan Centrum kampt de man met een persoonlijkheidsstoornis. Ze hebben echter niet kunnen vaststellen waarom de man de keuze heeft gemaakt zijn vrouw te doden. De man zelf zegt in een roes te hebben gehandeld.
De voorzitter van de rechtbank zei meer de indruk te krijgen dat de man geraffineerd had gehandeld. Zo heeft de verdachte bloedsporen uit de slaapkamer weggepoetst, het boeddhabeeld onderaan de trap gezet en gezegd dat zijn vrouw met haar hoofd op het beeld was gevallen.
De rechtbank doet 12 november uitspraak.