Monument eert Jan van Hout in Pieterskerk
LEIDEN. De Pieterskerk in Leiden is niet het godshuis dat het vroeger was. Behalve de jaarlijkse dankdienst voor het Leidens ontzet worden er geen erediensten meer gehouden. Met het nieuwe monument voor de stadssecretaris Jan van Hout duikt er onverwacht weer een godsdienstige tekst op in de kerk.
„De zielen, rustende in den Heer, der dooden lijven, die men ziet bedelven, behouven u gebedt niet meer: Bidt voor uwen naesten en uzelven.” Zo luidt het oorspronkelijke grafschrift van Jan van Hout (1542-1609). Hij lag begraven in de Pieterskerk in Leiden, maar de steen was nergens meer te vinden. Voorzitter Wim Bleijie van de Vereniging Jan van Hout vertelt dat de vereniging al jaren zocht naar een tastbaar eerbetoon aan de vroegere stadssecretaris van Leiden en dichter. Het vorige maand onthulde monument is ontworpen door de Leidse kunstenaar Jan Kleingeld.
Waarom is er voor een eenvoudige steen gekozen?
„We wilden een monument dat paste in de kerk. Het werd deze steen omdat Jan van Hout ook een bescheiden grafzerk had. Hij had daar zelf voor gekozen. Het grafschrift van zijn hand is overgenomen op de gedenksteen. We weten dat omdat hij zijn wensen voor het graf opgenomen had in zijn testament. Het was heel nauwkeurig uitgewerkt, zelfs de afmetingen van de zerk had hij opgenomen. Van Hout wilde in het noordwesten van de kerk begraven worden. Daar hebben is ook het monument geplaatst.”
Hoe kan het dat het graf nergens meer te vinden is?
„Dat vermeldt de geschiedenis niet. Een van onze bestuursleden, Kees Walle, heeft lang gezocht in de archieven, maar heeft niets kunnen vinden. We vermoeden dat de nazaten verzuimden de grafrechten te betalen en dat het graf daarom is geruimd.”
Waarom is het zo belangrijk dat Van Hout een eerbetoon krijgt?
„Hij heeft niet alleen de basis gelegd voor het archief van de stad Leiden, maar was ook heel standvastig tijdens de bezetting door de Spanjaarden in 1573 en 1574. Van burgemeester Van der Werf wordt nog weleens verteld dat hij een maand voor de bevrijding wat wankelmoedig werd. Van Jan van Hout is bekend dat hij zeer overtuigd de kant van de protestanten en prinsgezinden was toegedaan. Tot op het ontzet op 3 oktober 1574 bleef hij trouw.”
Stoot de vereniging met de bij uitstek protestantse tekst op het monument geen mensen voor het hoofd?
„Het gedicht geeft heel duidelijk de persoonlijke opvatting van Jan van Hout weer. Hij was protestants en wilde niet dat er voor het zielenheil van overledenen gebeden werd. De tekst doet recht aan zijn persoon.”