Dat blijkt uit een onderzoek van de regionale GGD’s in Zuid-Nederland. De resultaten daarvan zijn vanmorgen bekendgemaakt.

De rupsen komen alleen voor in eikenbomen. De brandharen van het diertje veroorzaken gezondheidsklachten zoals huiduitslag, jeuk en oog- en luchtwegirritaties. Aan het onderzoek namen 136 gemeenten in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Zuid-Holland deel.

In driekwart van die gemeenten is de eikenprocessierups dit jaar gesignaleerd. In ruim de helft van de gevallen was sprake van een toename van het aantal beestjes ten opzichte van voorgaande jaren. In een kwart van de gemeenten kwam de rups ook voor in de bebouwde kom. In het verleden nestelden de rupsen nog vooral in eikenbomen in het buitengebied.

In 1997 vond ook een groot onderzoek plaats. Het verspreidingsgebied is ten opzichte van dat jaar duidelijk uitgebreid in het noorden van Brabant en in Zuid-Gelderland. De GGD’s adviseren de gemeenten om volgend jaar sneller en beter te inventariseren hoeveel rupsen er in de eikenbomen zitten. De bestrijding kan dan eerder worden ingezet. Omdat de problematiek zich in grote gebieden voordoet, pleiten de GGD’s er voor om de provincies daarbij een sturende rol te laten spelen. Ook de Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen vindt dat de beste aanpak.

Elke rups heeft duizenden brandharen. Die kunnen, ook na het verpoppen, jarenlang overlast veroorzaken. De gemeenten bestrijden de irritante beestjes vooral door ze uit de bomen weg te zuigen. Ook worden wel chemische middelen gebruikt.

Bij hoeveel mensen de rups daadwerkelijk gezondheidsklachten heeft veroorzaakt, is niet bekend. „Daar is tijdens het onderzoek niet naar gekeken. Bovendien gaan veel mensen niet naar de dokter. We hebben echter wel de indruk dat er ook op dit punt sprake is van een forse toename”, aldus drs. H. Jans van het Bureau Medische Milieukunde in Breda.

Hij noemt het verontrustend dat de rupsen steeds meer voorkomen in bomen van particulieren. „Die kunnen dat wel melden bij de gemeente, maar die doet daar niets aan. Dat moeten de mensen zelf doen en dat gebeurt meestal niet.”