„Leiding Nederland ontkent internetgevaren”
DEN HAAG (ANP). Nederlandse politici en de bazen van grote bedrijven en instellingen nemen de huidige problematiek met cyberaanvallen en andere gevaren via internet totaal niet serieus. Dat zei internetprofessor Jaap van Till woensdag bij de seminar ‘Nederland verbonden met een dun draadje’ in Den Haag.
„Het wordt genegeerd, ontkend. Men gaat er klungelig mee om. We hobbelen van incident naar incident, terwijl er structureel iets moet gebeuren”, benadrukt Van Till, die pleit voor de invoering van een Kamercommissie Internet. Die commissie zou organisaties en infrastructuren voor netwerken in Nederland moeten doorlichten. Verder vindt Van Till dat er een speciale studierichting moet komen voor opleiding en training van internetingenieurs die kennis van zaken hebben.
Van Till gaf tijdens een lezing in 2002 aan dat met een nagelschaartje heel Nederland platgelegd zou kunnen worden. Meer dan 10 jaar later is volgens de internetprofessor de kwetsbaarheid groter dan ooit. „Het is nog steeds niet in alle hoofden doorgedrongen”, zo sprak hij woensdag. „Niemand weet meer wat internet precies is.”
Het is naar de mening van Van Till onbegrijpelijk dat er nog steeds zoveel mensen op belangrijke plekken zitten „zonder enige notie van netwerken”. De Kamercommissie zou naast de inspecties van organisaties en infrastructuren ook daar naar moeten kijken. „Mensen hoeven niet alles te weten, maar wel meer dan nu. Anders moeten ze maar gaan golfen of zo”, stelt Van Till.
Ronald Prins, directeur van Fox-IT, was een van de andere sprekers. Fox-IT heeft als doel technische en innovatieve oplossingen te maken die voor een veiligere samenleving zorgen. „Nederland mist regie op hoog niveau”, zo deelt Prins de mening van Van Till. „Er wordt slecht geleerd uit incidenten.” Wat Prins betreft moet er bijvoorbeeld voor belangrijke functies ‘high-secure internet’ komen, met andere spelregels dan bij het ‘gewone’ internet.
De directeur van Fox-IT vindt verder dat de politie effectiever haar werk moet kunnen doen. Zo moet er meer gepatrouilleerd worden, zegt hij. „Nu komen we op het gebied van internetveiligheid pas in actie als er al iets is gebeurd. We missen in Nederland een ‘apparaat’ dat daarvoor zit, zoals we die wel hebben in de fysieke maatschappij. Een apparaat dat controles uitvoert voordat er dingen gebeuren.”