Kalkoen niet alleen met kerst gegeten
Consumenten aten de afgelopen jaren vaker kalkoen dan alleen tijdens kerst. De consumptie nam volgens de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) van 2000 tot 2002 toe van 2,25 kilo naar 2,5 kilo per hoofd van de bevolking. Dat is bijna 10 procent meer.
De groei is er nog niet uit. In 2003 zagen supermarkten hun omzet met 5 procent toenemen tot 36,2 miljoen euro, zegt onderzoeksbureau Information Resources. Consumenten waarderen vooral de structuur van het vlees. Daar komt bij dat ze de afgelopen periode zochten naar vlees zonder een smetje, want de toename werd gedreven door dierziektes als varkenspest, mkz en bse. Later volgde de vogelpest.
Volgens de PVE kochten vorig jaar 43 procent van de Nederlandse huishoudens wel eens kalkoenvlees. Dat was een stijging met 3 procent, ofwel 200.000 huishoudens.
Nederland telde vorig jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek circa 112 kalkoenbedrijven. Deze ondernemingen hadden gemiddeld 13.000 dieren op stal. Samen maakt dat een populatie van ongeveer 1,45 miljoen dieren. Maar omdat de kalkoenmesterijen in een jaar tijd drie generaties kunnen voortbrengen, produceren ze jaarlijks samen 3,8 miljoen dieren.
In vergelijking met de totale pluimveeverwerking maakt kalkoen maar een bescheiden deel uit. Vorig jaar ging het om 48.500 ton geslacht gewicht tegen een totaal van 705.000 ton. Het aandeel van kalkoenvlees komt hiermee op 6,7 procent. Nederland heeft dan ook maar één kalkoenslachterij, in Wezep. Nederland importeert en exporteert kalkoen. Jaarlijks gaat 78.000 ton naar vooral Duitsland. Dan gaat het vooral om levende dieren. Er wordt 92.000 ton geïmporteerd. Dat vlees komt vooral uit Groot-Brittannië. Dat maakt Nederland tot een belangrijk doorvoerland.