Ex-ambtenaar 12 jaar cel in voor spionage
DEN HAAG (ANP). De 61-jarige Raymond P. moet 12 jaar de gevangenis in omdat hij staatsgeheime informatie aan de Russische veiligheidsdienst SVR heeft verkocht. De rechtbank in Den Haag vindt bewezen dat hij jarenlang geheimen doorspeelde aan het Russische spionnenechtpaar Andreas en Heidrun Anschlag dat vanuit Duitsland opereerde.
Volgens de rechtbank staat vast dat hij honderden documenten over politieke en militaire aangelegenheden van de NAVO en de EU doorspeelde. Daarmee heeft P. de veiligheid van de Nederlandse staat en haar bondgenoten in gevaar gebracht. Het Openbaar Ministerie (OM) had 15 jaar cel geëist.
Raymond P. heeft dit alles gedaan „puur uit winstbejag”, vindt de rechtbank. Alleen al tussen januari 2009 en augustus 2011 ‘verdiende’ P. ruim 72.000 euro aan de Russen. Dit alles om zijn schulden te kunnen afbetalen en er een luxueuze levensstijl op na te kunnen houden.
Gezien zijn staat van dienst - hij werkte sinds 1978 op verschillende posten bij Buitenlandse Zaken - moet P. zich bewust zijn geweest van de gevoeligheid van de informatie die hij doorspeelde. Van 7 collega’s speelde hij ook nog vertrouwelijke en zeer persoonlijk informatie door, waardoor deze personen chantabel werden. Volgens het OM ging het om dingen als de seksuele geaardheid. „Veel onaangenamer krijg je het doorgaans niet”, zei de aanklager tijdens de zitting twee weken geleden.
P. heeft door de spionageactiviteiten mogelijk EU-waarnemers in gevaar gebracht die werken in het grensgebied tussen Rusland en Georgië. Hij verkocht informatie over de vredesmissies in Afghanistan en Kosovo en over de hervorming van de inlichtingendienst van de NAVO. Onder de geheime gegevens waren ook documenten over de crisissituatie in Libië en de periode na de val van Kadaffi en de positie van de NAVO daarin.
Volgens de rechtbank was de Russische geheime dienst zeer tevreden over P. Hij leverde namelijk heel veel en heel belangrijke informatie. „Hij behoort daarmee tot een kleine groep spionnen die het belang van de Nederlandse staat en dat van zijn bondgenoten ontwrichten en ondermijnen”, aldus de rechtbank.