Dat maakte gedeputeerde T. Baas van de provincie Friesland gisteren bekend tijdens een extra statenvergadering in Leeuwarden.

Tijdens de hevige brand op 12 mei 2000 bij afvalbedrijf ATF in Drachten ging een loods met 480 ton chemisch afval in vlammen op. De brand veroorzaakte grote onrust onder de bevolking. Uit een hoorzitting, twee weken geleden, bleek dat omwonenden 3,5 jaar na dato nog altijd verontrust zijn over de gevolgen van de gifbrand.

Hoewel de provincie niet verantwoordelijk is voor de volksgezondheid neemt zij toch het initiatief om de effecten van de ATF-brand in kaart te brengen. „Wij voelen ons moreel verantwoordelijk en willen dit niet ontlopen”, aldus Baas. De gedeputeerde wil binnenkort met de GGD, de gemeente Smallingerland en omwonenden om de tafel en hoopt in januari met een plan van aanpak voor het onderzoek te komen. Zelf denkt hij aan een gezondheidsmonitor die vergelijkbaar is met het onderzoek dat verricht is na de Bijlmerramp. De provincie heeft een coördinerende en stimulerende rol. Over de kosten kan ze nog niets zeggen.

Aanleiding voor de statenvergadering was het evaluatierapport over de ATF-brand dat in augustus verscheen. Uit het onderzoek van de provincie Friesland blijkt dat ATF in Drachten schuld had aan de brand. Gisteren gaf de provincie voor het eerst toe zelf ook niet vrijuit te gaan. Baas: „Toezichthoudende ambtenaren hadden beter moeten doorvragen naar de certificeringsrapporten voor brandveiligheid.”

ATF beschikte daar niet over omdat het gebouw niet aan de wettelijke brandveiligheid voldeed. Ook geeft de gedeputeerde toe dat het handhavingstraject van de provincie strakker had gekund.

Medio 2004 moeten drie toenmalige directieleden van de afvalverwerker zich voor de rechter verantwoorden.