’Kamer moet sneller spoeddebat toestaan’
De Tweede Kamer moet instemmen met een spoeddebat of een hoofdlijnendebat als tenminste dertig leden dat willen. De voorzitter van de Tweede Kamer of een vaste Kamercommissie moet bewindslieden eerder tot de orde roepen als die ontwijkende antwoorden geven of lange, van te voren geschreven teksten voorlezen. Procedurevergaderingen van Kamercommissies moeten openbaar worden.
Dat zijn enkele van de voorstellen die het presidium (het bestuur) van de Tweede Kamer woensdag heeft gedaan om de debatten levendiger en aantrekkelijker voor burgers te maken. Het presidium stelt voor het reglement van orde van de Kamer op een flink aantal punten te veranderen. Dat gebeurde voor het laatst tien jaar geleden.
Volgens de voorstellen moeten minderheden in de Kamer meer bevoegdheden krijgen. Nu kan een Kamermeerderheid een spoeddebat altijd tegenhouden, maar als het aan het presidium ligt zijn straks dertig leden voldoende om een dergelijk debat af te dwingen.
Het presidimum wil ook dat de Kamer zich meer concentreert op de hoofdlijnen. Het zou een automatisme moeten worden om zo snel mogelijk na de indiening van een wetsvoorstel een hoofdlijnendebat te voeren.
Ook lijkt het het presidium een goed idee als de Kamer debatteert over nota’s die door een Kamerlid of een fractie zijn ingediend. Verder zou de Kamervoorzitter een debat moeten kunnen organiseren over een maatschappelijk thema zonder dat er sprake is van een schriftelijk stuk en zonder dat er een lid van het kabinet bij aanwezig is.
De Kamervoorzitter zou niet alleen om de hete brij heendraaiende bewindslieden tot de orde moeten kunnen roepen, hij moet de Kamerleden ook te hulp schieten als een minister of staatssecrtaris een vraag evident niet beantwoordt.
In een begeleidende brief schrijft Kamervoorzitter Weisglas te hopen dat de voorstellen ertoe bijdragen dat de debatten levendiger worden. Hij voegt er aan toe dat „een zekere saaiheid altijd zal blijven bestaan”. Ook onderstreept hij dat het veranderen van de regels niet dé oplossing is voor de kritiek op de werkwijze van de Kamer. „Het gaat in de allereerste plaats om de cultuur en niet om de structuur van ons werk.”
In een toelichting zei Weisglas woensdag „vurig te hopen” dat de Kamer de voorstellen overneemt, maar dat hij niet zal aftreden als dat niet gebeurt. „De positie van een Kamervoorzitter is een andere dan die van een minister of staatssecretaris.”
D66-kamerlid Van der Ham zegt in een reactie dat de voorstellen van het presidium het debat zullen verlevendigen, maar dat er nog meer mogelijk is. Hij stelt onder meer voor ambtenaren een spreek- en verschijningsplicht te geven bij hoorzittingen van de Kamer. Ook wil hij een wekelijks vragenuur voor de premier. Dat laatste wijst het presdium in zijn voorstellen af, omdat het vragenuur ook gehouden zou moeten worden als er geen vragen zijn.