Binnenland

Al halve eeuw deining over brief

De zogeheten stadhoudersbrief die prins Bernhard in 1942 aan Hitler zou hebben geschreven, zorgt al sinds 1946 voor hardnekkige geruchten. In dat jaar kwam dubbelspionne Leonie Brandt-Pütz er mee op de proppen en de brief is sindsdien met tussenpozen in het nieuws geweest.

ANP
22 October 2003 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 00:39
DEN HAAG – De biografie van Leonie Brandt Pütz is dinsdag in Den Haag gepresenteerd. Brandt Pütz was in de oorlogsjaren een dubbelspionne. Ze kwam kort na die tijd met de zogeheten stadhoudersbrief op de proppen. Prins Bernhard zou die in 1942 aan Hit
DEN HAAG – De biografie van Leonie Brandt Pütz is dinsdag in Den Haag gepresenteerd. Brandt Pütz was in de oorlogsjaren een dubbelspionne. Ze kwam kort na die tijd met de zogeheten stadhoudersbrief op de proppen. Prins Bernhard zou die in 1942 aan Hit

Pütz zou de gewraakte brief, waarin Bernhard aanbood in naam van Hitler het bestuur van Nederland op zich te nemen, in handen hebben gehad. Nooit is er bewijs voor het bestaan van dit document geleverd. Dat zegt ook historicus G. Aalders van wiens hand dinsdag de biografie ”Leonie” is verschenen, over het leven van de van oorsprong Duitse Brandt-Pütz.

Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) gelooft niet dat er een brief van Bernhard aan Hitler bestaat. „Niets wijst in die richting”, zegt Erik Somers, historicus en woordvoerder van het NIOD.

De brief wordt in het boek uitgebreid besproken en zorgde al voor de verschijning van de biografie voor deining. Nog tijdens een optreden van Aalders in het televisieprogramma Barend & Van Dorp maandag reageerde prins Bernhard via de RVD. Hij liet weten nooit zo’n brief te hebben geschreven.

Volgens Aalders stond Leonies „orakelverklaring”, gebaseerd op verklaringen van de Duitser Schöngarth (destijds bevelhebber van de Sicherheitspolizei), aan de wieg van het verhaal.

Echter, zo stelt Aalders, wie zich het verhoor van Schöngarth voor de geest haalt, herinnert zich veel suggestiefs en maar weinig concreets. „Het wekt in dit licht verbazing hoe serieus het bestaan van de stadhoudersbrief telkens wordt genomen”, zo staat in het boek. Ook Aalders heeft na uitgebreid onderzoek geen bewijs van de brief, al wil hij het bestaan ervan anderzijds niet uitsluiten.

De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) reageerde vorig jaar op de brief toen deze centraal stond in de roman ”Omwille van de troon” van auteur Thomas Ross. Ross werd door de directeur van de RVD per brief op de vingers getikt. Ook in 1978 kwam het document prominent in het nieuws door een publicatie in het weekblad Nieuwe Revu. De hoofdredacteur van dat blad vond dat een parlementaire enquête gewenst was.

Een jaar daarvoor werd in De Telegraaf een oud-verzetsstrijder opgevoerd, ene Jeanette Kamphorst, die alles van de brief zou weten. Sterker nog, ze bezat „een origineel” en twee vrienden van haar beschikten over kopieën. Kamphorst weigerde de brief te laten zien. Ook de secretaresse van Leonie en andere mensen in haar leven bevestigden het bestaan van het schrijven.

Volgens Aalders heeft het document een grote rol gespeeld in het leven van Leonie, die werkte als spionne bij Nederlandse, Duitse en Franse geheime diensten. De hoogst intelligente en knappe Leonie richtte rond 1940 de befaamde Paneelclub op in Amsterdam. In deze sociëteit werden de rijkste en machtigste Nederlanders systematisch afgeluisterd, zonder dat zij dit ooit hebben geweten.

Het laatste woord is nog niet gezegd over de stadhoudersbrief. Eerder dit jaar sprak Edwin de Roy van Zuydewijn erover. HP/De Tijd suggereerde in de artikelenreeks Oranjebitter dat De Roy van Zuydewijn de stadhoudersbrief openbaar dreigt te maken. Hoe hij, als aangetrouwde kleinzoon van de prins, aan dit document zou zijn gekomen, is niet bekend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer