„Artsen moeten minder doen en meer laten”
DEN HAAG (ANP) – Artsen die patiënten in hun allerlaatste levensfase behandelen, ‘doen’ vaak te veel en ‘laten’ te weinig. Dat blijkt uit een woensdag verschenen rapport van onderzoeksbureau ZonMw. Ook bij ernstig zieke, veel te vroeg geboren baby’s moet de vraag ‘moet alles wat kan?’ vaker gesteld worden, aldus de organisatie.
ZonMw onderzocht hoe te lange en onnodige behandeling bij mensen in hun allereerste en laatste levensfase voorkomen kan worden. „Erg opvallend is daarbij de communicatie tussen arts en patiënt”, stelt een zegsvrouw. „Die is ingewikkelder dan gedacht, al is het alleen maar omdat beiden in deze fase worstelen met gevoelens van onmacht en angst.” Vorig jaar bleek uit een congres en enquête over behandeling in ‘beide uiteinden van het leven’ al dat artsen vaak vinden dat ze eigenlijk te lang doorbehandelen.
Ook voor patiënten is een rol weggelegd om de communicatie te verbeteren, aldus de organisatie. „Het lijken voor de hand liggende zaken: zorg dat iemand met je meegaat, maak een vervolgafspraak om alles even te laten bezinken en zorg ook dat je in de loop van de tijd genoeg blijft praten. Er gebeurt immers een hoop.” Maar wat er dan precies in de spreekkamer besproken wordt, is voor ZonMW vaak nog een raadsel, een „black box”. Het bureau pleit daarom voor nader onderzoek. „Er is weinig bekend over wat er in het laatste half jaar van iemands leven gebeurt. De patiënt ligt in het ziekenhuis, veel artsen buigen zich erover, maar niemand heeft meer overzicht.”
ZonMw concludeerde ook dat hulpverleners en organisaties beter met elkaar moeten samenwerken als het om iemands laatste levensfase gaat. Ook is een breder platform nodig waar hulpverleners hun twijfels aan kunnen staven. Er bestaan nu al richtlijnen, maar omdat die vaak uitgaan van een ‘gemiddelde’ blanke, 50-jarige man, komen ze lang niet altijd van pas.
Om tot deze conclusies te komen, bestudeerde het bureau een groot aantal studies en sptak het met 18 deskundigen. Het rapport is woensdagmorgen aangeboden aan minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid). Artsengroep KNMG heeft laten weten een eigen stuurgroep op te richten die artsen en patiënten op een andere manier kan begeleiden in de laatste levensfase.