Lunsen, werkzaam in het Academisch Medisch Centrum in de hoofdstad, sprak vrijdag op een symposium over anticonceptie in Ede. Hij zegt zich zorgen te maken over de enorme stijging van het aantal abortussen. Vooral tieners vormen een risicogroep. Die zijn zich onvoldoende bewust van het risico op zwangerschap door seksueel contact. In deze groep verdubbelde in tien jaar tijd dan ook het aantal abortussen.

De seksuoloog vindt dat moderne Nederlandse ouders medeverantwoordelijk zijn voor deze abortusgolf. Was het tien jaar geleden nog heel normaal dat in veel gezinnen open over seksualiteit werd gepraat, tegenwoordig is dat volgens hem veel minder het geval. Lunsen: „Vaders en moeders horen hun kinderen over seks praten en denken dan dat hun kinderen wel weten hoe het werkt. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Veel jongeren geloven bijvoorbeeld nog steeds in het fabeltje dat je van de eerste gemeenschap niet zwanger kunt worden. Maar dat is echt onzin.”

Veel pubers combineren een losse seksuele moraal met een verminderd vertrouwen in voorbehoedmiddelen. Uit cijfers blijkt dat vooral veel jongeren twijfelen aan de betrouwbaarheid van pil en condoom. Daarnaast heeft negatieve publiciteit over het risico op trombose door pilgebruik volgens Lunsen „zonder enige twijfel” geresulteerd in een hoger abortuscijfer in Nederland. „Je ziet een knik in de cijfers rond 1996. Dat is een jaar nadat de eerste berichten in de media verschenen over de zogenaamde tweede- en derdegeneratiepil. Inmiddels is aangetoond dat de kans op trombose door die pillen niet hoger ligt dan bij andere anticonceptiva.” Lunsen beweert dat het echter „hoogstpersoonlijk” is te wijten aan „een aantal epidemiologen” dat het aantal abortussen sindsdien blijft toenemen. „Zij blijven publiekelijk hun twijfels uiten over de veiligheid van de pil, terwijl hun beweringen op basis van onderzoek weerlegd kunnen worden.”

Maar ligt het echt alleen aan twijfels over de pil dat het abortuscijfer blijft stijgen?

„Het is de schuld van iedereen. De afgelopen tien jaar zijn veel verworvenheden uit de jaren ’70 en ’80 verkwanseld. Er was goede, laagdrempelige voorlichting in Nederland. Door overheidsmaatregelen is deze echter steeds minder beschikbaar. Alsof het nog niet genoeg is, wil het kabinet nu ook nog eens de pil uit het ziekenfonds halen.”

Is het ook niet aan de abortusklinieken te wijten dat het aantal zwangerschapsafbrekingen is gestegen? Zij voeren de behandeling uiteindelijk uit.

„Dat vind ik niet. De klinieken hebben zelfs geprobeerd het abortuscijfer omlaag te krijgen door zelf meer voorlichting te gaan geven. Een deel verkeert daardoor op de rand van het faillissement, omdat het hun alleen maar geld kost en niets oplevert.”

Hoe kan het abortuscijfer weer omlaaggebracht worden?

„Door goede voorlichting. Wereldwijd zie je het aantal zwangerschapsafbrekingen dan dalen. Anticonceptiemiddelen moeten weer volledig vergoed worden en er moet opnieuw een maatschappelijk debat komen over de rol van seksualiteit en voorbehoedmiddelen. Maar wat je ook denkt over abortus: het zal helaas nooit helemaal verdwijnen.”