Activist tegen „kinderlijk spelletje landjepik”
ARNHEM – Jaap Huurman (61) uit Arnhem is een aartsactivist. Onlangs dook zijn naam weer op als ”bewonersadviseur”, met als doel huizensloop tegen te gaan. Zelf noemt hij zich liever ”bewonersondersteuner”. „De term adviseur blaast te hoog van de toren. Ook wil ik niet van buitenaf, maar samen met de mensen actie voeren.”
Momenteel ondersteunt Huurman een groep huurders uit Dodewaard die zich verzet tegen de sloop van hun huizen in de Oranjewijk. In die zaak wordt zelfs –volgens Huurman voor het eerst– een bestuurder onder ede gehoord over zijn al dan niet gedane toezeggingen.
Huurman was betrokken bij het geruchtmakende én succesvolle verzet tegen de sloop van het Groningse dorpje Ganzedijk in 2008 en 2009. Nog altijd ondersteunt de zzp’er van de met de antikapitalistische naam getooide bedrijf Nulti Mational bewonersacties in Sittard, Amsterdam-Slotervaart, Hattem en Hellouw (G.).
Op de vraag hoe Huurman bewonersondersteuner is geworden volgt een lang antwoord. Het heeft te maken met zijn levensgeschiedenis. Die verliep via onder meer raadslidmaatschap voor de PvdA in Den Haag, internationale ervaringen in Tsjechoslowakije en India naar Arnhem.
Zowel zijn autobiografie als zijn curriculum vitae wemelt van de (eenmans)acties, initiatieven, studies en projecten. Zo was hij initiator van de actie Lagere Overheden Tegen Apartheid, gericht tegen het blanke regime in Zuid-Afrika.
„Medio jaren 80 kwam ik in Nicaragua de Indiër Prahib tegen, die opkwam voor de oorspronkelijke bevolking van zijn land. Toen ik hem twee jaar later in India bezocht, weigerde hij mijn aangeboden hulp om een jeep te betalen. Hij wilde geen controle van de regering, wenste onafhankelijk te blijven en wilde verdeeldheid onder de ontvangers voorkomen. Dat bracht mij tot de ontwikkeling van de term ”zelfkracht”.”
Huurman paste die toe op de acties die hij, terug in Nederland, ondernam. In 1998 ging hij weer naar Arnhem. Daar vochten inwoners van de wijk Klarendal in de jaren 70 tegen sloop van hun huis. Doel van gemeente en woningbouwvereniging was een villawijk te bouwen tegen de helling van het voormalige AKU/Akzoterrein.
Dat voornemen mislukte in eerste instantie. Huurman: „De woningbouwvereniging en de gemeente wilden daarna de wijk moedwillig laten verkrotten. In de jaren 80 en 90 kwamen er veel buitenlanders wonen. Dan komen er tijdelijke bewoners: antikraakstudenten en drugsgebruikers. Dat helpt niet om de bewoonbaarheid van een wijk op peil te houden. Ik heb toen het project Zelfkracht in plaats van Armoede in Arnhem Klarendal opgezet om de verkrotting tegen te gaan.”
Ook de actie van Huurman in diens eigen wijk, Presikhaaf III, is daarvan een voorbeeld. „Er fietste een keer een ambtenaar door de wijk. Die bedacht dat die jarenzestigflats en -woningen niet meer konden en dus tegen de vlakte moesten.”
Huurman –„ik ben verliefd op dit huis en dit buurtje”– vernam het voornemen, zette een buurtvereniging op, De Stoere Houtman, die zich ging verzetten tegen de sloop. Met succes. De vereniging sleepte een half miljoen euro subsidie binnen van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting en bestaat nog altijd, met Huurman als voorzitter.
Wat drijft u?
Steeds feller wordend: „Het belang van mensen is mijn drijfveer. Ook in Ganzedijk was er sprake van moedwillige verkrotting. Mensen zijn daar gemanipuleerd. In een onderzoek zijn de bewoners heel lang suggestief bevraagd. „Stel dat u werkloos raakt en een baan in Rotterdam krijgt, dan kunt u hier toch niet blijven wonen?” Als ze aangaven dat ze dán wel weg wilden, werd dat genoteerd als ”weer eentje die weg wil uit Ganzedijk”. Het was een kinderlijk spelletje landjepik.”
Het is toch wel voor te stellen dat huizen uit de jaren 50, slecht geïsoleerd en asbesthoudend, worden platgegooid?
Kijkt strak. Zegt dan: „Dat is dezelfde redenatie die corporaties en gemeenten hanteren. Iedereen maakt van zijn huis een paleisje. Als dan een wethouder zonder goede communicatie zegt dat dat genebbisjbuurtje plat moet, kan men zich toch voorstellen dat mensen zich daar huilend en schreeuwend tegen verzetten?”
Minder fel: „Ik vind het mooi als ik mensen zie groeien. Als ze onverwachte mogelijkheden zien. Ze kunnen veel meer dan dat ze vooraf dachten, bijvoorbeeld met een wethouder praten. Ze komen tot de ontdekking waartoe ze in staat zijn, tegenover de hoge meneren en mevrouwen. Dat bewijst hun zelfkracht.”