De twee slachtoffers van het schietdrama in april 2010 in winkelcentrum De Ridderhof willen de voorlopige getuigenverhoren houden om erachter te komen of er genoeg bewijs is om iemand voor hun schade te laten opdraaien. De mensen die zij als getuigen hebben opgeroepen zouden volgens de slachtoffers onvoldoende hebben gedaan om het schietincident te voorkomen.

Het gerechtshof in Den Haag gaf in november toestemming voor de voorlopige getuigenverhoren. De slachtoffers wilden ook vragen stellen aan onder anderen minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie, de directeur van de GGZ en de korpschef van het betreffende politiekorps. Maar daarvoor is geen toestemming gegeven.

Tristan van der Vlis schoot in het winkelcentrum 6 mensen dood, verwondde er 16 en pleegde uiteindelijk zelfmoord bij de kassa’s van een supermarkt. Het Openbaar Ministerie wil de tweede verdachte vervolgen omdat die zou hebben geweten van de plannen van Tristan, maar niet naar de politie stapte. Volgens zijn advocaat Job Knoester blijkt uit niets dat de man wist dat de dader een serieus plan had. Knoester zei al dat de verdachte zich tijdens het verhoor zal beroepen op zijn zwijgrecht. „Niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.”

Knoester zegt ook dat het maar de vraag is of zijn cliënt kan worden opgeroepen voor het verhoor. Tot nog toe is de identiteit van verdachte niet prijsgegeven en Knoester vraagt zich af of de verdachte rechtstreeks kan worden aangeschreven. „Ik heb een beroepsgeheim en kan dan ook geen post voor hem aannemen.”