Ierse media berichtten afgelopen zomer na de vondst in Zwolle over mogelijke connecties. Later volgde een Nederlandse krant met een kort bericht. Maar officier van justitie mr. C. J. M. Loos ziet de verhalen over de connectie met de IRA als geruchten en zegt hierover geen contact te hebben gehad met de Ierse politie.

De beide verdachten zwegen gisteren tot in de rechtszaal toe over hun opdrachtgevers. Ze wilden alleen kwijt dat ze wat extra geld konden verdienen en daarom naar Nederland waren gekomen om de opdracht uit te voeren. Ze moesten de rookwaar overpakken, waarna de sigaretten naar Engeland of Ierland zouden gaan.

„Ik ging ervan uit dat in het land waar de sigaretten vandaan kwamen deze handel niet illegaal zou zijn. Ik ben door iemand gebruikt”, aldus een van de verdachten. Zijn kompaan zou de broer zijn van de leider van de Real IRA, een radicale afsplitsing van de IRA, maar ook hij wilde uit angst voor represailles tegen zijn familie niets zeggen. Bij smokkel van de sigaretten zou Nederland 327.000 euro aan accijnzen zijn misgelopen.

De aanklager zei bij zijn eis, tien maanden celstraf voor beide verdachten, geen rekening te hebben gehouden met een mogelijke IRA-connectie. „Het heeft alleen wat uitgemaakt voor de bejegening. We hebben de politie en de huizen van bewaring gewaarschuwd, zodat veiligheidsmaatregelen konden worden getroffen. Zo mogen de verdachten niet in dezelfde gevangenis worden vastgehouden of in hetzelfde politiebusje vervoerd.”