Voor de brochure zijn drie predikanten geïnterviewd, ds. J. A. Weststrate (Gereformeerde Gemeenten in Nederland), ds. B. Labee (Gereformeerde Gemeenten) en ds. R. van Kooten (Hersteld Hervormde Kerk). Zij vertolken de drie standpunten over inenting zoals die binnen de reformatorische gezindte grofweg te onderkennen zijn.

Ds. Weststrate verwoordt de argumentatie van de stroming die van mening is dat vaccinatie niet mag. Doorslaggevend voor zijn afwijzing is dat het ziekteverwekkend karakter van het vaccin strijdt met het uitgangspunt dat God over ziekte en gezondheid beslist.

Ds. Labee verwoordt het standpunt dat vaccinatie een gewetensvraagstuk is dat de persoonlijke verhouding raakt tussen de mens en God. „In biddend opzicht tot God kan de een wel en de ander niet vaccineren”, vat de brochure samen.

Ds. Van Kooten voert aan dat het tot de verantwoordelijkheid van de mens behoort om het middel van de vaccinatie te gebruiken om epidemische ziekten te weren.

Ruijs vestigt in haar recent verschenen proefschrift de aandacht van artsen op ouders die aangeven dat zij hun kinderen niet willen laten vaccineren „vanwege het geloof.” Als artsen merken dat deze ouders twijfelen, gaan zij meestal in op de medische argumenten voor en tegen vaccinatie. Dat helpt ouders alleen niet om tot een weloverwogen besluit te komen, omdat niet de medische, maar de religieuze argumenten voor hen doorslaggevend zijn.

Een religieuze argumentenwijzer die wel behulpzaam zou zijn, is er nog niet, ontdekte Ruijs, waarna op haar advies de maandag verschenen brochure is ontwikkeld.

Ook een tweede brochure waar Ruijs in haar proefschrift voor pleitte, verscheen maandag. Deze is bedoeld voor consultatiebureauartsen en -verpleegkundigen en bevat achtergrondinformatie over de reformatorische gezindte en de verschillende visies op vaccinatie daarbinnen. De brochure adviseert artsen om de doelgroep te attenderen op de religieuze argumentenwijzer, zodat deze „een ingang” kan bieden voor een gesprek.

Beide brochures worden verspreid vanuit de NPV en de academische werkplaats Amphi, waar Ruijs haar promotieonderzoek deed.