Iris Vis: Slim transport kan dorp leefbaar houden
LEEUWARDEN – Om de voorzieningen in krimpgebieden op peil te houden zou er op creatievere wijze gebruik gemaakt kunnen worden van bestaande transportlijnen. Zo zouden de reguliere bussen in de toekomst ook pakketjes kunnen bezorgen of medicijnen kunnen meenemen naar afgelegen dorpen.
Dat betoogde hoogleraar technische bedrijfskunde Iris Vis donderdag op een bijeenkomst van het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) in Leeuwarden. Dat netwerk denkt na over bevolkingskrimp en organiseert daarvoor regelmatig bijeenkomsten voor bestuurders, ambtenaren en onderzoekers.
Vis presenteerde daar gisteren haar onderzoek naar de behoefte aan gecombineerde vormen van transport. „De vervoermiddelen rijden toch al, dus waarom zou je die niet met elkaar gaan delen? Misschien zou een bus van Connexxion een extra ruimte kunnen krijgen om pakketjes te vervoeren. Of misschien kan een trein vaker goederen meenemen.”
In de workshop waarin Vis haar ideeën presenteerde zagen de deelnemers verschillende haken en ogen. „Er is op dit moment geen dekkend netwerk van transportlijnen naar alle dorpen. En bovendien kan de reis op deze manier langer duren. Willen wij in de bus wel wachten op pakketjes die ingeladen moeten worden? En wat als een passagier medicijnen inneemt die voor een ander zijn bestemd”, vroeg een van de deelnemers.
Dat is een moeilijk punt, gaf Vis toe. „Je hebt inderdaad te maken met wet- en regelgeving. Slechts een heel beperkt deel van alle medicijnen zou je door een reguliere bus mogen laten vervoeren.” Toch gaat Vis met hulp van een promovendus de komende jaren onderzoeken of en op welke manier deze vorm van gecombineerd transport kan bijdragen aan het in stand houden van voorzieningen in dorpen.
Hoe dan ook is beeldvorming een belangrijk aandachtspunt bij het spreken over krimp, betoogde cultureel geograaf Tialda Haartsen van de RUG. „Mensen denken vaak dat als een school uit het dorp verdwijnt er ook een stuk leefbaarheid verloren gaat. In werkelijkheid blijkt dat erg mee te vallen. Leefbaarheid is meer dan gebouwen; ze zit bijvoorbeeld ook in het organiseren van activiteiten. Goede communicatie daarover is dus belangrijk.”
Niet zelden vinden bewoners van krimpgebieden de aanwezigheid van voorzieningen erg belangrijk, maar maken zij daar in de praktijk weinig gebruik van. „Zie de supermarkt”, aldus Haartsen. „Iedereen wil graag een winkel in zijn dorp, maar ondertussen doen bewoners hun boodschappen bij de ALDI in de stad. En hetzelfde geldt vaak voor het openbaar vervoer: bewoners willen een buslijn, maar nemen zelf de auto. Dat werkt dan niet.”