Aanleiding voor het verzoek van de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan is de commotie in Turkije rond de 9-jarige Yunus, het van oorsprong Turkse jongetje dat al sinds hij 5 maanden oud is bij twee lesbische pleegmoeders in Den Haag woont.

„Dit is geen zaak van ministers”, zei Rutte donderdag in een persconferentie na een gesprek met Erdogan resoluut. Voor pleegkinderen in Nederland geldt dat alleen de Nederlandse instellingen voor hen verantwoordelijk zijn, aldus de premier.

Bij plaatsing van een kind in een pleeggezin wordt altijd gekeken of het nieuwe gezin aansluit bij de achtergrond van het kind. Maar als dat niet lukt, gaat het belang van het kind voor en wordt er geen onderscheid gemaakt op geloof of seksuele geaardheid, lichtte Rutte toe. Het zou volgens hem helpen als meer islamitische gezinnen in Nederland zich melden als pleeggezin.

Erdogan zei dat de seksuele geaardheid van de pleegouders in zijn land van belang is. In Turkije druist dat in tegen de religieuze waarden en normen. Hij pleitte voor overleg tussen Turkse en Nederlandse ministeries, wat door Rutte dus wordt afgewezen.

Erdogan sprak de hoop uit dat Yunus binnenkort door de rechter nog wordt teruggeven aan zijn biologische moeder, net zoals dat eerder met twee broers van Yunus is gebeurd. Rutte zei daarop dat door de rechter al is besloten dat het in het belang is van Yunus dat hij bij zijn huidige pleegouders blijft. „Dat is de situatie zoals die is.”

De zaak-Yunus kwam ook kort aan de orde tijdens het overleg eerder op de dag tussen minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken en zijn Turkse ambtgenoot Ahmet Davutoglu. Uit het feit dat de kwestie de bilaterale relatie niet schaadt, blijkt dat die relatie „zeer volwassen” is, concludeerde Timmermans. Hij sprak verder zijn waardering uit voor het initiatief om Nederlanders van Turkse afkomst aan te moedigen zich aan te melden om pleegkinderen op te nemen.