„Marokkaantjes overschrijden alle grenzen”
In de vorm van een stille tocht geeft Amsterdam woensdag uiting aan zijn verontwaardiging over de dood van Anja Joos. De volkssentimenten richten zich niet langer op winkelpersoneel, maar op jonge Marokkanen. „Het gedrag loopt de spuigaten uit”, zeggen nu ook politici.
Werd de dood van de drugsverslaafde Joos in eerste instantie toegeschreven aan dolgedraaid supermarktpersoneel, na een persverklaring van de politie is dat beeld drastisch bijgesteld. Medewerkers van de supermarkt hielden haar weliswaar aan omdat ze dachten dat Anja Joos bierblikjes had gestolen, maar dat bleek niet zo te zijn.
Volgens de politie groeide de actie uit tot een opstootje van Marokkaanse jongeren die Anja Joos vervolgens begonnen toe te takelen. De tragische afloop is bekend. Zwaar mishandeld werd de vrouw gevonden. Ze overleed later in het ziekenhuis.
Het gewelddadige gedrag van de Marokkaantjes wordt in verband gebracht met hun islamitische opvoeding. „De vrouw neemt in die cultuur een tweederangsplaats in en dat geldt eens te meer als het westerse vrouwen betreft die alcohol gebruiken, zich vrijpostig gedragen en zich eigentijds kleden”, zegt Hinde Rotenstreich van de multiculturele organisatie Forum.
Vrijwel gelijktijdig met de schokkende gebeurtenis in Amsterdam blijken Marokkaanse schoolkinderen in Zeist een zevental volwassen vrouwen te hebben betast, bedreigd en uitgescholden. De jongeren waren tussen de 8 en 13 jaar oud.
GroenLinks-kamerlid Vos was er vorige week als de kippen bij om een spoeddebat over de dood van Joos aan te vragen. Ze verkeerde toen nog in de veronderstelling dat het geweld tegen de vrouw een vorm van eigenrichting van winkelpersoneel was. Ze moet nu erkennen dat de aandacht zich heeft verplaatst naar Marokkaanse jongeren en hun opvattingen over vrouwen.
„Dat personeel van de supermarkt dacht dat Anja Joos had gestolen, was de inleidende gebeurtenis. Dat houd ik staande”, zegt het kamerlid. Maar ze geeft direct toe „dat er ook heel andere elementen een rol spelen.”
De GroenLinks-politica: „Onder Marokkaanse jongeren leven bepaalde ideeën over vrouwen die niet kunnen. Niet dat ze allemaal vrouwen aanranden of in elkaar rammen. Wel moeten we de vraag onder ogen zien hoe het kan dat onder deze jongeren het beeld bestaat dat de Nederlandse vrouw niet deugt en dat je ze mag straffen, eventueel in de vorm van aanranding. Dat kan natuurlijk echt niet.”
Naar aanleiding van de aanranding in Zeist dringt PvdA-kamerlid Van Heemst samen met zijn fractiegenoot Dijsselbloem in schriftelijke vragen aan op maatregelen van de overheid. Ze vinden dat op scholen aandacht moet worden besteed „aan omgangsvormen tussen vrouwen en mannen in het algemeen en het vrouwbeeld onder islamitische jongens in het bijzonder.”
„Wat in Zeist is gepasseerd, overschrijdt alle grenzen”, zegt Van Heemst. „We willen van de betrokken bewindslieden graag weten wat er achter zulk gedrag zit en hoe we hiermee om moeten gaan. Het is niet eerste keer dat zoiets speelt. Ik woon in Rotterdam en als ik hoor wat Marokkaanse jongeren soms Nederlandse vrouwen naar het hoofd slingeren, dan loopt dat de spuigaten uit. Er is een onderling verband. Deze jongeren krijgen tijdens opvoeding een lage waardering voor vrouwen mee, iets wat overigens in lagere autochtone milieus ook wel voorkomt.”
Niet alleen op scholen, maar ook tijdens inburgeringscursussen moet aan de orde gesteld worden dat we op dit punt strikte gedragsregels hebben, vindt het kamerlid. „Ook moet de overheid de opvoeding aankaarten bij voormannen en docenten uit de Marokkaanse gemeenschap.”
Zijn we tot nu toe niet te soft geweest? Waarom heeft het zolang moeten duren voordat dit wangedrag aan de orde werd gesteld?
Van Heemst: „Dat heeft te maken met een bredere ontwikkeling. Neem het uitschelden van politieagenten. Vijf jaar terug werd een agent op de Politieschool geleerd dat hij tegen een stootje moest kunnen. Als iemand hem verwensingen naar het hoofd slingerde, dan moest hij niet reageren. Al jaren roep ik dat dat niet normaal is. Tegenwoordig vinden veel meer mensen dat. In die zin is er sprake van een omslag.”