Nieuw publiek trekt de bibliotheken in
RIJSWIJK (ANP) – Bibliotheken in Nederland boren een nieuw publiek aan. Naast ouderen komen nu ook steeds meer zelfstandigen (zzp’ers), scholieren en studenten naar de bieb toe om er te werken of te studeren. „Bij sommige bibliotheken is de gemiddelde verblijfsduur van bezoekers substantieel toegenomen”, zegt Francien van Bohemen van de Vereniging van Openbare Bibliotheken.
Eigenlijk is de bibliotheek weer op het punt waar het allemaal begon. Rond 1900 ontstonden de eerste bibliotheken in Nederland, bekend als de leeszalen waar mensen zich terugtrokken om in stilte te kunnen lezen of studeren. „Dat zie je nu eigenlijk weer ontstaan. In deze ‘jachtige tijden’ hebben mensen de behoefte om zich af en toe even helemaal terug te trekken”, zegt Van Bohemen.
Intermediair publiceerde kortgeleden een lijst van de tien beste werkplekken in Nederland. In die top tien stonden drie bibliotheken: in Almere, Amsterdam en Tilburg. In Delft is de gemiddelde verblijfsduur van gasten inmiddels opgelopen van 10 minuten naar 2,5 uur. „Bibliotheken zijn ook plaatsen waar je mensen zonder problemen kunt aanspreken als ze te veel herrie maken, omdat iedereen weet dat je het daar rustig moet zijn.”
De nieuwe ‘opvang’ is ontstaan bij enkele tientallen bibliotheken. Deze zijn de laatste jaren verbouwd of er is nieuwbouw voor gekomen. Daarin hebben ze rekeningen gehouden met de nieuwkomers. Zo is er in veel bibliotheken tegenwoordig wifi, goede koffie en in sommige biebs zelfs een restaurant. Het gaat volgens Bohemen niet alleen dat mensen er kunnen werken of studeren, maar ze spreken ook bewust af in de bibliotheek, ook voor zakelijke gesprekken.
„Het is een nieuw terrein voor ons. Bibliotheken oriënteren zich permanent over de rol en toegevoegde waarde voor de samenleving, ook omdat we met publiekgeld worden gefinancierd. We willen een meerwaarde bieden aan wat er nodig is in onze maatschappij. Als dat een rustpunt is waar mensen zich even kunnen terugtrekken, is dat mooi. De bieb is nu voor nog meer mensen de plek geworden van rust en reflectie.”