Dat zei de advocaat van de accountant van KPMG die donderdag en vrijdag voor de tuchtrechter in Zwolle staat in de Vestia-zaak. Hij meent dat het bewijs dat tegen hem is verzameld niet in dit proces gebruikt mag worden. Door een plotselinge rentedaling in 2011 kwam woningcorporatie Vestia in de problemen. De problemen die rezen, kwamen van buiten en waren door niemand voorzien.

De corporatie dacht met zogeheten derivaten voorzien in schommelingen in de rente van langlopende leningen. Door de plotselinge daling moest Vestia grote bedragen als onderpand bij de banken stallen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verplichtte de corporatie echter om van haar buffer van 1,3 miljard euro 1 miljard te gebruiken om leningen af te lossen, stelde de raadsman.

Volgens Vestia steeg de derivatenportefeuille in het verslagjaar 2010 van 5,3 naar 9,9 miljard euro. Meer dan de helft daarvan was risicovol. „Een jaar waarin je mag verwachten dat een accountant extra goed oplet. Het tegendeel blijkt waar”, aldus een woordvoerder van de corporatie.