Het inkomensverschil is vooral groot onder (gehuwd) samenwonende werknemers met kinderen, stelt het statistiekbureau. Dit komt vooral doordat de meeste moeders met een baan in deeltijd werken, terwijl de vaders gemiddeld juist relatief veel uren werken.

Wanneer alleen wordt gekeken naar voltijds werknemers, blijkt het inkomensverschil een stuk kleiner te zijn. Vrouwen met een voltijdbaan verdienen ruim 80 procent van wat mannen gemiddeld verdienen. Bij alleenstaande voltijds werknemers valt het verschil tussen mannen en vrouwen zelfs helemaal weg. Dat komt doordat de vrouwen in deze categorie vooral jonge hoogopgeleide vrouwen zijn.

Van eerdere jaren bestaan geen exacte cijfers over de bruto-inkomens van mannen en vrouwen. „De trend is wel dat het inkomensverschil ietsje kleiner is geworden”, zegt CBS-econoom Peter Hein van Mulligen. „De crisis heeft met name toegeslagen in echte mannensectoren als de bouw, de industrie en het bankwezen. Vrouwen werken relatief vaker in de zorg en daar is het aantal banen afgelopen jaren min of meer gelijk gebleven.”

Volgens Van Mulligen kan circa 15 procentpunt van het inkomensverschil tussen mannen en vrouwen niet verklaard worden door factoren als opleidingsniveau, leeftijd, bedrijfssector of werkduur. „Mannen lijken de hoogte van salaris ietsje belangrijker te vinden dan vrouwen”, vermoedt hij. Uit een vorig jaar door het CBS gehouden enquête bleek dat mannen hier scherper over onderhandelen.

Nederland behoort met het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen tot de middenmoot in de Europese Unie. Italië is het enige EU-land waar vrouwen met een voltijdbaan ongeveer evenveel verdienen als mannen.