Kootwijkerbroekers hebben handen ineengeslagen
„We hebben er zelf voor geknokt.” In ondernemend en veerkrachtig Kootwijkerbroek keerde het tij. Een Veluws dorp dat dreigde weg te kwijnen, bloeit weer.
Woningen voor jong en oud, een bedrijventerrein, een levendig ”kulturhus” met bibliotheek en jongerenhonk, plannen voor een verpleeghuisvoorziening. Kootwijkerbroek staat er heel wat beter voor dan tien jaar geleden. Toen leek het Veluwse dorp het lot beschoren van veel kleine kernen. Jongeren en bedrijven vertrokken naar elders omdat er niet gebouwd kon worden en Kootwijkerbroek moest ook nog eens de klap verwerken van de mond-en-klauwzeerepidemie. Zestigduizend dieren werden er in enkele dagen ‘geruimd’ –voor de Kootwijkerbroekse boeren een eufemisme voor gedood.
Als er niets gebeurt, is het over en uit met Kootwijkerbroek; die conclusie moesten de toenmalige voorzitters Niek van den Brink van de Vereniging Plaatselijk Belang Kootwijkerbroek en Richard van der Zande van de Ondernemersvereniging Kootwijkerbroek in 2002 wel trekken. Hun namen worden steeds genoemd als Kootwijkerbroekers met trots vertellen hoe hun dorp is opgebloeid.
Mineurstemming
„Kootwijkerbroekers zagen hoe hun hele veestapel werd afgemaakt. Wat ze vaak in generaties hadden opgebouwd, werd in één keer tenietgedaan”, schetst Bertil Rebel, woordvoerder van de gemeente Barneveld. „De schade die werd geraamd op 250 miljoen euro is maar beperkt gecompenseerd. Het gevoel leefde bovendien dat er onrecht was gedaan. Nog altijd is een groep boeren en betrokkenen bezig de onderste steen boven te krijgen: Was er nou wel of geen MKZ in Kootwijkerbroek? Ook het niet-agrarische bedrijfsleven in Kootwijkerbroek kreeg een grote schok te verwerken, het had veel veehouders als klant. Het hele dorp verkeerde in een mineurstemming.”
In die omstandigheden namen Van den Brink en Van der Zande het voortouw. „Laten we samen de schouders eronder zetten, Kootwijkerbroek moet na de MKZ-crisis weer positief op de kaart gezet worden, was hun gedachte”, zeggen Nency van Essen, penningmeester van de Ondernemingsvereniging Kootwijkerbroek, en Albert van Ee, voorzitter van de coöperatieve vereniging voor het ”parkmanagement” van het nieuwe bedrijventerrein Puurveen. „Dat is de veerkracht van de Kootwijkerbroekers. Van den Brink en Van der Zande hebben niet afgewacht tot de gemeente Barneveld of de provincie Gelderland met plannen voor Kootwijkerbroek kwam. Samen met anderen hebben ze het heft in handen genomen. Ze hebben gebruikgemaakt van hun contacten, ze hebben wetenschappelijke rapporten laten opstellen en zo met argumenten de wensen die in Kootwijkerbroek leefden onderbouwd. Het heeft gewerkt. Gemeente en provincie zijn overtuigd. Er is de laatste jaren veel tot stand gekomen in Kootwijkerbroek.”
Puurveen bijvoorbeeld. Een kleine dertig bedrijven zijn er inmiddels gevestigd, er is ruimte voor nog zeker tien tot vijftien panden. Kootwijkerbroekers zijn ondernemend. „Het dorp telt volgens de Kamer van Koophandel landelijk een van de hoogste percentages zelfstandige ondernemers per duizend inwoners”, aldus Rebel. „Puurveen biedt antwoord op de vele bedrijfsvestigingen in het buitengebied van Kootwijkerbroek en Stroe. Vaak in een schuurtje begonnen, maar door hard werken, de handen uit de mouwen, werden ze groter en pasten ze niet meer in het buitengebied.”
Albert van Ee: „Het boerenbedrijf van vader overnemen loonde niet. Door het economisch perspectief in de landbouw was dat voor veel Kootwijkerbroekers niet de toekomst. Ze moesten wat anders. Er zijn veel bedrijfjes van de grond gekomen, vaak georiënteerd op de agrarische sector of op de bouw. Als ze wat groeiden was er in Kootwijkerbroek echter geen plaats. Ze moesten uitwijken naar bijvoorbeeld bedrijventerrein Harselaar in Barneveld. Nu kunnen ze op Puurveen terecht.”
Dorp uit
Met de woningbouw verliep het precies eender. Jarenlang kon er amper gebouwd worden, onder meer als uitvloeisel van het provinciale beleid dat prioriteit gaf aan groeikernen als Ede, Barneveld en Nijkerk. Kees van Hierden, oud-voorzitter van Plaatselijk Belang: „We hebben het ooit geteld. Van de 120 stelletjes die in een bepaalde periode in Kootwijkerbroek in de kerk trouwden, moesten er 80 het dorp uit.” Met name in de Barneveldse wijken De Vaarst en Norschoten kwamen veel Kootwijkerbroekers te wonen. Niet zelden hielden ze wel de band met kerk en school –en uiteraard de familie– in Kootwijkerbroek aan.
SGP-raadslid Guus Knapen, directeur van de reformatorische Rehobothschool: „We hebben vijftig, zestig kinderen van oud-Kootwijkerbroekers die nu in Barneveld of Voorthuizen wonen. En het kan zomaar gebeuren dat we na een vakantieweek twee, drie, vier nieuwe leerlingen op school mogen verwelkomen. Ouderen die naar het nieuwe woon-zorgcomplex Schoonbeek zijn verhuisd lieten een grotere woning achter en die werd dan gekocht door een jong gezin waarvan de ouders in Kootwijkerbroek zijn opgegroeid en nu de kans schoon zien om terug te keren naar hun geboortedorp.”
Kootwijkerbroek –ruim 5000 inwoners– blijft blijkbaar trekken. „De rust van het platteland, de gemeenschapszin, de familiebanden. Kootwijkerbroekers vinden het prettig om bij elkaar te wonen”, verklaart Knapen. „Ooit willen ze terug naar hun dorp, als de mogelijkheid er is en hun vermogen het toelaat.” Erik van den Brink, sinds de jaarwisseling voorzitter van Plaatselijk Belang, is een van hen. Hij woonde enkele jaren in Barneveld en betrok een van de circa honderd woningen in de nieuwe woonwijk Puurveen. „In Kootwijkerbroek heb je je familie en vrienden, de kerk en de school. Het heeft ook wel wat om niet meer in de auto te hoeven stappen om naar Kootwijkerbroek te rijden, maar er zo naar toe te kunnen lopen of fietsen.”
Met genoegen ziet Van den Brink dat Kootwijkerbroek de afgelopen jaren –dankzij de aanzetten van Niek van den Brink en Richard van der Zande– veel voor elkaar heeft gekregen. Niet alleen een bedrijventerrein en woningbouw, ook een nieuw ‘centrum’. Het dorpshuis is verplaatst en is nu als De Essenburcht onderdeel van het vijf jaar oude kulturhus, met een jongerenhonk, een bibliotheek (in plaats van de vroegere bibliobus), vergaderzalen en een ontmoetingsruimte (”huiskamer”) voor de bewoners van Schoonbeek. Dat woon-zorgcomplex, ook onderdeel van het kulturhus, heeft een ”zorgkruispunt” dat plaats biedt aan huisarts, tandarts en verloskundige. Een weekmarkt versterkt nog meer de centrumfunctie die het kulturhus voor Kootwijkerbroek heeft.
Uit in Kootwijkerbroek
„Als er in het dorp wat te doen is, is dat meestal in De Essenburcht”, zegt Van den Brink van Plaatselijk Belang. Beheerder Kees van Wolfswinkel, eerder vijftien jaar werkzaam in het voormalige dorpshuis: „Vijftig verenigingen zijn er bij ons aangesloten, de ene heeft eens per jaar een activiteit, de andere elke week.” Het vaste programma voor de maandag bijvoorbeeld vermeldt dagactivering en een inloopmiddag voor ouderen, muziekschool en koorrepetitie, schietvereniging Raak de Roos en sjoelvereniging De Treffers. Onder het motto ”Uit in Kootwijkerbroek” is er een uitgebreid aanbod van cultuur en ontspanning, cursussen en creatieve activiteiten. Het animo daarvoor wisselt. „Filmavonden doen het hier niet zo. Is er een dialezing van de Barneveldse natuurkenner Gerrit de Graaff, dan zit er meer dan 130 man.” De Essenburcht is verder een geliefde locatie voor bruiloften en partijen.
Van Wolfswinkel waardeert de inzet van Richard van der Zande, Niek van den Brink en anderen. „Anders was een nieuw dorpshuis er ook wel gekomen, maar niet in deze brede opzet met zorgkruispunt, bibliotheek en ouderenwoningen. Van den Brink en Van der Zande wisten waar ze moesten aankloppen. Voor Kootwijkerbroek werkt het verbindend. Neem de ouderen in de veertig woningen van Schoonbeek. Die hadden anders naar Barneveld moeten verhuizen of ze waren langer op de boerderij blijven wonen. Ze willen graag in hun dorp blijven en nu kan dat. Bovendien zijn dokter en tandarts bij de hand en is er wat in De Essenburcht, dan hoeven ze maar een paar meter te lopen.”
Vol vooruit
De ouderen kunnen over een jaar uitkijken op de nieuwbouw van de reformatorische Rehobothschool, die nabij De Essenburcht en Schoonbeek zal verrijzen. Knapens school blijft uitdijen. „Toen ik hier in 2005 directeur werd waren er 430 leerlingen, nu zitten we op ruim 580. Er zijn niet zo veel reformatorische basisscholen die groeien. De nieuwe woonwijk draagt daar zeker aan bij.” De 22 groepen van de school huizen deels in semipermanente lokalen die hun tijd gehad hebben. Tot de nieuwbouw aan de Schoonbeekhof behoort ook een gymzaal die buiten de schooluren voor de verenigingen van het dorp beschikbaar is.
Voor de gereformeerde gemeente in Kootwijkerbroek komt er door het wegvallen van de huidige school ruimte vrij om het naastgelegen kerkgebouw uit te breiden met zalen en mogelijk woonvoorzieningen voor oudere gemeenteleden. Aan de Schoonbeekhof komt ook een dependance van het Barneveldse verpleeghuis Norschoten, zodat hulpbehoevende ouderen in Kootwijkerbroek hun levensavond kunnen doorbrengen.
Als raadslid is Knapen ingenomen met de ontwikkelingen. „Woningen en bedrijven zijn nodig om een kern levensvatbaar te houden.” Zo oordeelt ook Plaatselijk Belangvoorzitter Van den Brink. „Met de nieuwbouw in Puurveen en de sociaal-maatschappelijke initiatieven is het dorp meer in balans. Waar andere dorpen vergrijzen en voorzieningen zien verdwijnen, houden kinderen en jongeren bij ons de leerlingenaantallen van de scholen en het winkelbestand stabiel.” De lokale belangenvereniging rust echter niet op haar lauweren. „We werken nu aan een dorpsvisie voor de komende tien jaar, er blijven wensen. Afronding van bedrijventerrein Puurveen, woningbouw naar behoefte. We willen vol vooruit. De samenwerking met de gemeente en de woningstichting is goed, maar we vertellen graag ons eigen verhaal. We willen zelf bedenken waar het naartoe moet met Kootwijkerbroek.”
Geremd
Oud-SGP-raadslid Henk Brons, vier decennia ouderling van de gereformeerde gemeente, is blij met de opleving van zijn dorp. „In de jaren negentig, toen ik in de gemeenteraad zat, wilden we ook constructieve dingen doen voor Kootwijkerbroek, maar het werd toen allemaal erg geremd ten gunste van woningbouw en industrie in Barneveld. Ik heb de indruk dat het feit dat Kootwijkerbroek erg getroffen is door de MKZ nu een rol speelt. Het is een publiek geheim dat er hier geen MKZ is geweest en daar wil de overheid blijkbaar wat voor terugdoen.”
Kees van Hierden ziet het anders. „De laatste tien jaar is Kootwijkerbroek in elk geval niet tegengewerkt. Ook ik heb mijn twijfels over de MKZ, maar de medewerking die Kootwijkerbroek nu krijgt beschouw ik niet als een cadeautje. We hebben er zelf voor geknokt. We hebben openingen gezocht, we hebben plannen aangedragen, we zijn een werkvolkje. Kootwijkerbroek heeft veel bereikt doordat we de handen ineengeslagen hebben.”