De slappe knieën van de Kamer
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid had er deze week even tabak van. Wat een slappe knieën heeft die Tweede Kamer, verzuchtte hij teleurgesteld. En zijn verwijt valt te begrijpen. Het is nog niet zo heel lang geleden dat de Tweede Kamer in grote meerderheid de motie-Van As aannam, waarin het kabinet gevraagd werd het subsidiebeleid van de overheid nog eens grondig door te lichten.
Natuurlijk met de opzet om daar eens flink in te saneren. En dan dóét een minister dat, dan schrápt hij voor 127 miljoen euro aan subsidies, waaronder een aantal bijzonder onzinnige, maar dan krijgt hij van zo ongeveer de hele Kamer de wind van voren: Jammer, minister, u hebt het niet goed gedaan. Gaat u uw huiswerk maar eens helemaal overdoen.
Nogmaals: dat een bewindsman de Kamer dan slappe knieën verwijt, is niet verwonderlijk. Het is immers een algemeen voorkomend verschijnsel dat er aan het Binnenhof wel regelmatig ferme uitspraken gedaan worden, maar dat veel politici terugkrabbelen zodra de maatschappij in verzet komt. Is dit niet de reden dat de achterliggende decennia versoberingen van de sociale zekerheid vaak strandden? Dat er voor allerlei groepen uitzonderingsbepalingen gemaakt werden, zodat niemand ontevreden hoefde te zijn, maar de sociale wetgeving bijzonder ingewikkeld en fraudegevoelig werd? Zijn slappe knieën van politici er ook niet de oorzaak van dat er jarenlang geen goed mestbeleid van de grond kwam, omdat de boeren dat niet leuk vonden?
Hoogervorsts recente verwijt van slappe knieën raakt in het bijzonder de coalitiefracties. Het is op zijn minst opmerkelijk dat er op Prinsjesdag, toen de bezuinigingen op de subsidies van sportbonden, jeugdinstellingen en allerlei maatschappelijk werk bekend werden, uit de kring van CDA, VVD en D66 nauwelijks protest vernomen werd. Maar naarmate er steeds meer clubs bij het kamergebouw aanklopten en een onderhoud vroegen met de welzijnswoordvoerders, kregen verschillende fracties het er steeds moeilijker mee. Totdat het moment van het kameroverleg, afgelopen donderdag, was aangebroken en iemand als CDA-woordvoerder Buijs zelfs durfde voor te stellen de bezuiniging op de instellingen volgend jaar te beperken tot 10 procent van het budget en het bezuinigingsbedrag van 59 miljoen euro elders op de VWS-begroting te zoeken.
Het optreden van de Tweede Kamer komt nog minder sterk over als we bedenken dat er achter het schrappen van subsidies wel degelijk een visie schuilgaat, namelijk deze: de burger en het maatschappelijk middenveld moeten zo veel mogelijk hun eigen broek ophouden. Een kabinet dat de eigen verantwoordelijkheid van mensen centraal stelt, beseft dat het ”pamperen” van individuen en organisaties op den duur verslapping van het eigen initiatief tot stand brengt. Waarom zou de nationale sjoelbond geld van de overheid moeten ontvangen? merkte Hoogervorst onlangs met enige ironie op. En is het een probleem dat golfers de komende jaren 1,90 euro meer contributie moeten gaan betalen? voegde staatssecretaris Ross er retorisch aan toe.
Slappe knieën: aan die ziekte gaan politici snel lijden als ze zich al te zeer laten sturen door de klachten van individuele burgers, door buurtcomité zus en damvereniging zo. Toen prof. F. Rutten, oud-secretaris-generaal op het ministerie van Economische Zaken en medeverantwoordelijk voor de grote bezuinigingen onder Lubbers, eens gevraagd werd of hij nooit nadacht over de gevolgen van die bezuinigingen voor de gewone man, antwoordde hij: Ja, maar die mensen zie ik nooit voor mijn bureau. Iets, iets van die houding mogen bestuurders en politici best hebben. Anders komt er in de politiek nooit wat tot stand.
Toch zouden we de Kamer tekortdoen als we in de huidige situatie Hoogervorsts verwijt geheel zouden overnemen. Want er valt wel degelijk gegronde kritiek te leveren op de rigoureuze en onbezonnen wijze waarop hij het mes heeft gezet in alle mogelijke subsidies. Terecht vroeg ChristenUnie-kamerlid Rouvoet zich deze week af of de bewindsman niet veel sterker had moeten redeneren vanuit het belang van zijn eigen departement, dus vanuit het belang van volksgezondheid. Is er bij de Nederlandse sjoelbond een volksgezondheidsbelang in het geding? In genen dele. Is er bij subsidie aan de VBOK een volksgezondheidsbelang? Wel degelijk. Ook had de minister, aldus nog steeds Rouvoet, meer kunnen kijken naar de belangen op de lange termijn. Het schrappen van de subsidie aan het Joods maatschappelijk werk kan op korte termijn wat geld opleveren, maar wat gebeurt er op lange termijn? Leidt dat er niet toe dat deze doelgroep bij problemen onvoldoende op hen toegesneden hulp vindt, zodat zij op den duur uitkomt bij de veel duurdere tweedelijnsgezondheidszorg?
Er zijn ten slotte nog twee punten waarop niet zozeer Hoogervorst, als wel het hele kabinet kritiek verdient. De motie-Van As sprak destijds over het héle subsidiebeleid. Volksgezondheid, Welzijn en Sport mag daar dan een belangrijk aandeel in hebben, er zijn veel meer ministeries, bijvoorbeeld Economische Zaken, die strooien met subsidies. Zouden die ook niet eens kritisch tegen het licht gehouden moeten worden? Alsmede de 1,7 miljoen euro die is uitgetrokken voor internationale cultuurprojecten? En zou, in het licht van een eerlijke lastenverdeling, niet alsnog besloten moeten de subsidies voor politieke partijen gelijk te houden in plaats van die te verhogen?