Minder vertraging door storingsmelder overweg
UTRECHT (ANP) – Een slimmere storingsmelder bij spoorwegovergangen moet treinreizigers tot een kwartier besparing opleveren op de reistijd. Het nieuwe type melder laat, anders dan het oude systeem, exact zien waar de storing is. Dat meldde ProRail vrijdag.
Als er op één overweg een storing is, kan de verkeersleiding dat goed zien via de bestaande storingsmelders. Maar zodra er op twee of meer overwegen problemen zijn, geldt het hele traject als ‘probleemgeval’. Machinisten moeten dan stapvoets rijden, wat leidt tot veel vertraging voor reizigers. Met het nieuwe systeem kunnen treinen gewoon met een normale snelheid langs overwegen rijden waar niets aan de hand is. „Monteurs kunnen bovendien snel naar de betreffende overweg”, aldus een woordvoerder van de spoorbeheerder.
Op sommige spoortrajecten in Nederland is er bijna elke kilometer wel een overweg. Tussen Zwolle en Amersfoort zijn het er bijvoorbeeld 46, op 66 spoorkilometers.
De nieuwe melder maakt volgens ProRail het treinverkeer betrouwbaarder en veiliger. Ook blijven binnensteden beter bereikbaar voor het wegverkeer. „In het centrum van Borne (op de lijn Almelo-Hengelo) zijn bijvoorbeeld niet minder dan vijf spoorwegovergangen”, aldus de woordvoerder. „Omdat ze zo dicht op elkaar liggen, zorgt een enkele overwegstoring er al snel voor dat ze er alle vijf hinder van ondervinden. Bewoners worden dan gek van de wachtende auto’s en vrachtwagens.”
De nieuwe melder is al ingezet op zeven trajecten, zoals tussen Naarden-Bussum en Hilversum en tussen Arnhem en Winterswijk. Binnenkort komen er negen trajecten bij, waaronder Utrecht-Den Bosch, Amersfoort-Zwolle en Breda-Tilburg.