Jaar van de Barnevelder: eeuwfeest rond kip met donkerbruine eieren
BARNEVELD/EDE – „Waar ter wereld je ook pluimveehouders spreekt, altijd beginnen ze over de Barnevelder. Als Nederlanders zijn we trots op Rembrandt, waarom zouden we dat niet zijn op dit wereldberoemde kippenras?” Dat zegt Edenaar Piet Kroon aan de vooravond van het Jaar van de Barnevelder.
Het Jaar van de Barnevelder wordt zaterdag geopend in het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld. Fokkers uit het hele land komen naar het kippendorp om hun Barnevelders uit te zetten in de ren van het museum. Tevens wordt het startsein gegeven voor een kinderkippenclub. Samen met wethouder De Kruijf van Barneveld zullen kinderen ruim 120 eieren in een broedmachine inleggen. Begeleid door enkele lokale fokkers en medewerkers van het museum fokken de kinderen de kuikens op. In november, op de jaarlijkse tentoonstelling van kleindierenvereniging Gallinova, beoordelen keurmeesters het resultaat.
Onderdeel van de tentoonstelling is de eerste Europashow voor Barnevelders en Barnevelder krielen, georganiseerd door de Barnevelderclub. Een groot deel van de circa 200 leden van deze speciaalclub fokt actief grote Barnevelders of Barnevelder krielen, de overige leden hebben alleen voor hun plezier een aantal Barnevelders rondlopen. Kroon: „Mede door communicatiemiddelen zoals internet hebben fokkers steeds meer contacten over heel Europa. Het leek de Barnevelderclub aardig om een aantal van hen eens naar Barneveld te halen.”
Het is onduidelijk wanneer de Barnevelder precies ontstaan is. „Wanneer en waar het precies begonnen is, is moeilijk te achterhalen, maar zeker is dat er al ruim een eeuw met Barnevelders wordt gefokt. Dat willen we met activiteiten en evenementen extra aandacht geven”, zegt Kroon. „Dat verdient de wereldwijd bekende Barnevelder, die aan de wieg stond van de Nederlandse commerciële pluimveehouderij.”
Het kippenras is in Barneveld en omgeving ontstaan door het kruisen van Aziatische rassen met hoenders uit de streek. De Barnevelder verwierf internationale faam door het koffiebruine ei, dat duurder was dan het gebruikelijke witte ei en daardoor voor pluimveehouders commercieel aantrekkelijker. De nieuwe kip was ook nog eens bijzonder geliefd omdat ze, anders dan de vertrouwde boerderijkippen, in de wintermaanden eieren bleef produceren. Barnevelder Gerjan Crebolder, oud-gemeentearchivaris en auteur van het boek ”De kip, het ei en Barneveld”: „Aan het begin van de twintigste eeuw was de Barnevelder een voor die tijd geweldige legkip. Ze kon in één jaar wel 180 tot 200 grote, bruine eieren leggen.”
De kip werd in 1911 officieel gepresenteerd op de grote Landbouwtentoonstelling in Den Haag. Tien jaar later kwam, aldus Crebolder, pas de echte doorbraak toen de Barnevelder werd getoond tijdens het eerste Wereld-Pluimvee-Congres, eveneens in de hofstad. Het ras was volgens Crebolder en Kroon vooral in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw heel populair. De Barnevelder werd om zijn goede eigenschappen als productiekip veel geëxporteerd. Ziekten, mogelijk als gevolg van inteelt, maakten een einde aan de roem. Bovendien waren er ondertussen rassen met nog veel betere legeigenschappen, waardoor de Barnevelder niet meer als productiekip in tel was.
Het ras wordt nu in Nederland en daarbuiten in stand gehouden door hobbyfokkers en liefhebbers.