Volgens Moszkowicz breekt die manier van werken hem nu op. Zijn administratie is niet op orde, hij kan gegevens niet terugvinden en afspraken zijn onvoldoende vastgelegd. De vaststelling, door Moszkowicz zelf, gold als een gedeeltelijke schuldbekentenis in de vijf klachtzaken die ex-cliënten van Moszkowicz hebben aangebracht. De advocaat erkende dat hij die klachten „te lang” voor zich heeft uitgeschoven. „Dat betreur ik, ook voor de klagers.”

In die zaken beklagen de ex-klanten van Moszkowicz zich er onder meer over dat zij hoge voorschotten hebben betaald en dat Moszkowicz zijn beloften niet nakwam, onder andere om in zaken persoonlijk op te treden en geen vervangers te sturen. Daar betaalden zijn klanten voor, zeggen zij. De raadsman weigerde te veel betaalde bedragen terug te betalen. Moszkowicz gaf toe dat hij zijn administratie niet op orde had, maar hij bestreed de stelling dat hij ondermaats werk zou hebben geleverd.

Meindert Dorenbos, advocaat van een van de ex-cliënten, noemde de methoden van Moszkowicz donderdag „bedenkelijk” en zijn boekhouding „frauduleus”. Hij hekelde het feit dat Moszkowicz nu plotseling een „charmeoffensief” heeft ingezet, om zichzelf voor het advocatenvak te behouden. De cliënt van Dorenbos probeert al sinds eind 2010 een deel van het te veel betaalde honorarium terug te krijgen.

Verbetering

Germ Kemper, deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, ziet verbetering in de praktijk van Moszkowicz als het gaat om het aannemen van contante betalingen van cliënten. Kemper zei donderdag voor het Hof van Discipline dat er „belangrijke slagen” zijn gemaakt.

„Het is niet onmogelijk om de praktijk te voeren met aanzienlijk minder contante betalingen dan mr. Moszkowicz deed” zei Kemper. Hij tekende daarbij aan dat de administratieve verwerking van die betalingen nog steeds niet in orde is. Kemper baseert zich op aanvullend onderzoek in de tuchtzaak tegen Moszkowicz.

Op zijn beurt zei Moszkowicz dat hij tegenwoordig mensen wegstuurt die alleen cash kunnen betalen. Dat leidt tot een forse omzetdaling. „Dat is niet prettig, maar het behouden van mijn beroep is belangrijker.”

Het Hof van Discipline doet op 22 april uitspraak.