Ook gaf zij donderdag voor het gerechtshof in Arnhem aan absoluut tegen TBS met dwangverpleging te zijn.

De 27-jarige R. uit Dordrecht staat terecht voor het medeplegen van doodslag op Rowena, alsmede voor het medeplegen van mishandeling en opsluiting in een hondenhok in de woonkamer. Ze werd daarvoor in januari door de rechtbank in Zutphen veroordeeld tot acht jaar celstraf. Het openbaar ministerie had vijftien jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist.

Het hof hoorde donderdag haar ex-partner Mike J. (33) uit Rotterdam, bij wie R. met haar twee dochters Rowena en Rochelle medio 2001 tijdelijk was ingetrokken. J. werd veroordeeld tot twaalf jaar cel en TBS met dwangverpleging. Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld. J. zei dat hij ook wil weten hoe Rowena om het leven is gekomen. „Nu is het beeld zo dat Rowena zo hard is geslagen dat ze daaraan is overleden. Dat is niet waar. En medici onderbouwen mijn verhaal.”

J. zei verder voor het hof dat hij alle verklaringen die hij heeft afgelegd bij de politie al eerder heeft ingetrokken. „Ik heb het zo verteld, omdat ik daarover afspraken had gemaakt met Wanda. Ik zou alle schuld op me nemen.” Eerder bekende J. Rowena na haar dood in stukken in de vriezer te hebben gelegd en haar lichaamsdelen verspreid over Nederland te hebben gedumpt. Donderdag verklaarde J. echter dat hij niet zelf, maar een ander het meisje in stukken heeft gedeeld. Ook heeft hij naar zijn zeggen Rowena niet mishandeld, maar enkel corrigerende tikken uitgedeeld.

Advocaat-generaal W. Rosingh had geen goed woord over voor de „meinedige verklaringen” van J. en wenste hem geen vragen te stellen.

Het meisje overleed in de Roterdamse woning van J. op 15 augustus 2001. De moeder verklaarde eerder dat Rowena de laatste dagen voor haar dood niet meer overeind kon lopen van de pijn. Uit verklaringen bij de politie komt een beeld naar voren dat Rowena veelvuldig werd gestompt in haar maagstreek door J. en soms in een hondenhok in de woonkamer werd gestopt.

Uit het rapport van de patholoog-anatoom bleek dat het meisje waarschijnlijk om het leven is gekomen door verstikking. Vormen van geweld op het lichaampje heeft hij niet kunnen vinden, zo las Y. van Kuijck, de president van het hof, voor. Ook heeft R. verklaard dat zij de huisarts heeft willen bellen, toen zij zag hoe J. Rowena probeerde te reanimeren, maar verbood haar ex-vriend dat. Op de vraag van Van Kuijck of ze definitief met J. heeft gebroken, antwoordde R. geëmotioneerd: „Zoiets is toch niet te vergeven. Of wel?”

Het hof hoorde ook twee getuige-deskundigen, een psycholoog van de justitiële observatiekliniek Pieter Baan Centrum (PBC) die adviseerde R. TBS met dwangverpleging op te leggen en een psycholoog die in een tegenonderzoek constateerde dat R. behandeling nodig heeft, maar die TBS niet noodzakelijk acht. Beide deskundigen bleven gisteren bij hun eerdere standpunt.

R. zei dat het hof wel open staat voor een behandeling, „omdat er nog wel wat bijgeschaafd moet worden.” Ze wil die niet ondergaan in een gesloten omgeving. De vrouw beviel tijdens haar detentie van een dochter van J. Dit meisje is voorlopig ondergebracht in een pleeggezin. Rochelle is inmiddels toegewezen aan haar vader Martin Huisman. R. vertelde dat ze het meisje mag zien en elke week telefonisch contact met haar heeft.

De zaak ging vandaag verder.