Wat is een EHEC-besmetting?
DEN HAAG (ANP) – De EHEC-bacterie kan je oplopen door onverhit vlees te eten of rauwe melk te drinken. Ook mensen die in aanraking komen met mest lopen het risico dat ze besmet raken met de bacterie. Mensen met een verminderde afweer, kinderen onder de 5 jaar en ouderen boven de 60 hebben een grotere kans om ernstig ziek te worden.
De EHEC-bacterie is een variant van de relatief onschuldige E. colibacterie, schrijft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op zijn website. Mensen die ermee besmet zijn, kunnen last krijgen van bloedingen in de darmen. Een van de mogelijke symptomen is dan ook bloederige diarree. Daarnaast kunnen mensen die besmet zijn, last hebben van braken, misselijkheid en buikkrampen. De bacterie kan ook leiden tot ernstige schade aan de nieren.
Omdat de bacterie aanwezig is in de ontlasting van besmette mensen, kunnen patiënten anderen besmetten via de toiletbril, de spoelknop en andere voorwerpen. Het RIVM geeft een aantal tips om besmetting van mens op mens te voorkomen:
Gebruik indien mogelijk een apart toilet voor de patiënt.
Werk bij het reinigen van het toilet van schoon naar minder schoon: eerst de deurklink, kraan, trekker of drukknop, daarna de toiletbril en toiletpot.
Gebruik schoonmaakdoekjes die voor het toilet gebruikt zijn niet voor andere schoonmaakwerkzaamheden. Was de schoonmaakdoekjes op 90 graden of gebruik wegwerpdoekjes.
Na reiniging met schone, droge doek droogmaken. Doek daarna in de was.
Daarnaast benadrukt het RIVM dat het belangrijk is om goed de handen te wassen na het toiletgebruik, na het verschonen van een kind en voor het koken. Vlees moet goed verhit worden en groenten goed gewassen. Ook moeten de snijplank en het snijmes waarmee rauw vlees zijn gesneden goed worden afgewassen en afgedroogd en moeten handdoeken en vaatdoekjes regelmatig vervangen worden.
De meeste EHEC-besmettingen uit het verleden zijn in verband gebracht met het eten van onvoldoende verhit vlees (vaak gemalen vlees zoals bij hamburgers, filet americain, carpaccio) en ‘ontspruitende’ groenten zoals sla, spinazie en radijsjes.