Bikker en vriend ontkennen genadeschot
De Nederlandse oorlogsmisdadiger Herbertus Bikker ontkent dat hij in een vraaggesprek met het Duitse weekblad Stern in 1997 heeft gezegd dat hij verzetsman Jan Houtman een genadeschot heeft gegeven.
Een vertrouwenspersoon van Bikker ondersteunt zijn beweringen in een brief, zo bleek woensdag voor de rechtbank in het Duitse Hagen.
Tijdens de zitting werd de brief van de inmiddels overleden vertrouwenspersoon voorgelezen. De vriend was bij het Stern-interview met Bikker aanwezig. De rechtbank hoorde woensdag twee journalisten van het weekblad. Zij blijven bij hun verhaal zoals dat is weergegeven in het vraaggesprek.
De 85-jarige bewaker van kamp Erica in Ommen staat terecht voor de moord op Houtman in november 1944. Alleen als dat feit wordt bewezen, kan het tot een veroordeling komen. Andere vergrijpen zijn inmiddels verjaard. Zelf heeft hij altijd volgehouden uit noodweer te hebben gehandeld.
Bikker werd na de Tweede Wereldoorlog onder meer veroordeeld voor doodslag op Houtman. De SS’er kreeg daarvoor de doodstraf, maar dat vonnis werd later omgezet in levenslang. In 1952 ontsnapte Bikker met zes anderen uit de Koepelgevangenis in Breda en vluchtte naar Duitsland, waar hij het Duitse staatsburgerschap kreeg.
Morgen hoort de rechtbank in Hagen de 81-jarige A. Bosch-Klink. Zij woonde als kind op de boerderij in Hoonhorst waar Bikker Houtman doodschoot.