Sinds eind vorig jaar vertonen verschillende mediakanalen korte filmpjes die een Zeeuwse vakantie promoten. Dat gebeurt onder de slogan ”Land in zee”, volgens beleidsmakers het onderscheidende kenmerk van Zeeland. De provincie ligt immers niet áán zee, zoals andere kustprovincies, maar ín zee. Volgens Patrick Polie, directeur van Promotie Zeeland Delta, is de campagne hard nodig. „Vooral overnachtingen van Nederlanders nemen af.”

Hoe komt het dat de populariteit van Zeeland als vakantie­bestemming afneemt?

„Het weer is altijd een bepalende factor. De zomer van 2010 was top, maar de afgelopen twee jaar viel het weer erg tegen. Veel toeristen boeken op het laatste moment en kozen daarom voor een andere binne­nlandse vakantie. Campagnes van andere provincies hebben de concurrentie vergroot. Daardoor is het aantal vakanties en overnachtingen van Nederlanders in Zeeland de laatste twee jaar wat teruggelopen.

Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel. Het buitenlandse toerisme zit juist in de lift. Als vanouds komen er veel Duitsers naar Zeeland, maar vooral d zuiderburen weten de weg naar onze provincie te vinden. Afgelopen vijf jaar is het percentage Belgische toeristen met 25 procent gegroeid. De komst van de Westerschelde­tunnel, waardoor de verbinding met Zeeland is vergemakkelijkt, is de belangrijkste oorzaak.”

Is de daling in het aantal overnachtingen evenredig verdeeld over de provincie?

„Cijfers vertonen geen structureel beeld. Het ene jaar doet het toerisme het wat minder goed op Schouwen-Duiveland. Het volgende jaar treft de daling van het aantal overnachtingen Zuid-Beveland. Per regio zit er weinig verschil in vergeleken met voorgaande jaren.”

Onderscheiden profiel

Pieter de Visser, eigenaar van camping Schoolzicht in Aagtekerke, merkt weinig van verminderde toeristische interesse. Het probleem is volgens hem een te groot aanbod. „Het aantal minicampings breidt zich ieder jaar uit. Als het aantal toeristen niet groeit, moet je met elkaar de koek delen.”

Zelf zegt De Visser geen last te hebben van een dalende bezetting. „Wij richten ons als camping op de reformatorische gezindte en hebben daarmee een onderscheiden profiel. Elk jaar stijgt het aantal overnachtingen licht. Ook andere campings die zich op een bepaalde doelgroep richten of een specifieke uitstraling hebben, doen het goed.” Volgens De Visser kan Zeeland met succes concurreren met andere provincies. „De zee vind je niet in Brabant. Daarvoor moet je toch echt naar Zeeland.”

Oesters

Yerseke wil in 2013 het huidige aantal van 100.000 toeristen verdubbelen. Volgens wethouder Louwrink (Recreatie en Toerisme) van de gemeente Reimerswaal –waartoe Yerseke behoort– ligt de kracht van het oude vissersplaatsje in de mossel- en oestercultuur.

Wat onderneemt Yerseke om toeristen te lokken?

„Mossels en oesters zitten Yerseke als het ware in de genen. Daardoor onderscheidt het dorp zich van andere plaatsen. Populair zijn rondleidingen over de oesterputten. Ook fiets­liefhebbers komen in Yerseke aan hun trekken. Op verschillende plekken zijn pontjes in de vaart. En sinds kort loopt er een watersnoodroute door de gemeente. Die gaat langs plaatsen die herinneren aan de watersnoodramp van 1953.

Het is verder de bedoeling dat er een hotel komt op de plek waar nu nog het dorpshuis staat. Daarin willen wij een ontvangstruimte creëren voor dagtoeristen. De locatie, aan de waterkant van de Oosterschelde, is een uitstekende uitvalsbasis voor een dagje Yerseke.”

Wordt er bij de plannen rekening gehouden met het christelijke karakter van het dorp?

„Bij het organiseren van activiteiten kijken wij naar de signatuur van een dorp. In het overwegend reformatorische Yerseke gelden er andere normen dan in het katholieke Hansweert. We ontkomen er niet aan dat er in Yerseke op zondag restaurants open zijn, maar evenementen worden die dag niet georganiseerd. De jaarlijkse Mosseldag vindt bijvoorbeeld altijd op zaterdag plaats. Dat past bij de identiteit van Yerseke.”