H., een prominent lid van de harde kern van Ajax, heeft bekend dat hij in de bewuste nacht in de Albert Cuypstraat zijn pistool trok en het vuur opende op een auto waarin vier Marokkaanse mannen zaten. „Ik wilde naar huis gaan, stak de straat over en toen kwam er een auto nogal wild aanrijden. Ze stopten en het raam ging open. Ik was geschrokken en zei tegen de bestuurder: wat doe je, je rijdt me bijna aan.” Volgens de verdachte was er geen ruzie, maar raakte hij in paniek toen hij iets tussen de benen van de passagier zag. „Het leek alsof er ieder moment iets kon gebeuren. Vanaf de achterbank werd iets geroepen. Ik raakte in een soort angst en toen heb ik in het wilde weg geschoten.”

De bijrijder, Bilal, overleefde het schietincident niet. De andere inzittenden kregen de kogels om de oren, maar bleven ongedeerd.

Tijdens de zitting liepen de emoties hoog op bij de nabestaanden in de rechtszaal. In slachtofferverklaringen vertelden de ouders, broer, zusje en een van zijn vrienden die ook in de auto zat, over hoe hun leven sinds het misdrijf is veranderd. „Ik leef nog, maar het voelt niet zo”, zei een advocaat namens de vader. „Mijn zoon Bilal is vermoord en daarmee de hele familie.”

Het is niet de eerste keer dat H. in de fout gaat. „Uw strafblad is niet heel florissant”, zei de rechter. De verdachte erkende dit. Op de vraag wat hij voor de kost doet, antwoordde hij: „ik ben altijd op het slechte pad geweest”.