Sinds die eerste schok op Tweede Kerstdag heeft het KNMI vele honderden aardbevingen geregistreerd in Groningen en Drenthe. De zwaarste daarvan, in augustus 2006 in Westeremden, had een kracht van 3,5 op de Schaal van Richter.

In de jaren 90 gaat het jaarlijks gemiddeld om 10 tot 20 lichte bevingen, maar in 2003 schiet het aantal flink omhoog naar bijna 50, om het jaar daarna weer te dalen naar ongeveer 35. Sindsdien zit er een duidelijk stijgende lijn in het aantal schokken. Het hoogtepunt tot nu toe was in 2011. Toen waren er bijna 80 schokken, aldus het KNMI. De meeste bevingen voelen mensen niet, omdat de kracht minder dan 2,0 is.

In oktober 2011 blijkt uit onderzoek dat wordt verricht in opdracht van de provincie Groningen en de gemeente Loppersum dat het noorden van het land de komende jaren vaker zal worden getroffen door aardbevingen en dat die heviger zullen zijn. Ook de bodem daalt in het gebied.

De laatste beving die aanzienlijke schade veroorzaakt, is op 16 augustus 2012 bij Loppersum, met een kracht van 3,4. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) kreeg nadien meer dan 2200 schademeldingen, een record. Het vorige record was uit 2006 in Westeremden in 2006 met 414 meldingen.

Ook elders waar gas wordt gewonnen, zoals in Noord-Holland, zijn aardschokken. Kenmerk van door gaswinning veroorzaakte schokken is dat ze dicht bij het aardoppervlak gebeuren. Het gas zit namelijk op ongeveer 3 kilometer diepte. Als het gas is weggehaald, kunnen de lagen in elkaar gedrukt worden. Dat gebeurt geleidelijk of met schokken.

De zwaarste aardbeving in Nederland is in 1992 in Roermond, met een kracht van 5,8. Gaswinning speelde daarbij geen rol.