„Afleiding zeker een gevaar voor truckers”
HENDRIK-IDO-AMBACHT – Bijna drie jaar duurde het voordat vrachtwagenchauffeur Aart van Gelderen (47) uit Hendrik-Ido-Ambacht na een zwaar ongeluk met zijn truck weer volledig aan het werk kon. „De Vader in de hemel heeft me er doorheen gesleept.”
Het is zaterdagmorgen 21 november 2009 een gebruikelijke nacht voor de chauffeur van Rebro Transport Service uit Sprundel. Van Gelderen brengt met zijn extra lange combinatie (LZV) pakketten van Best naar Rotterdam.
Om kwart voor vier in de morgen besluit de chauffeur een hapje te eten. Dat ligt in zijn koelkastje schuin achter de bestuurderstoel. De weg is bijna leeg, op een andere truck in de verte na. „Ik dacht dat die reed, dus dat ik wel even wat kon pakken.” Maar de andere vrachtwagen staat stil omdat er een botsing is gebeurd. Een automobilist is in slaap gevallen en op zijn voorganger gebotst. De chauffeur van een truck vol speelgoed is uitgestapt om het verkeer te regelen.
Als Van Gelderen zich weer opricht, is er geen tijd meer om te remmen. „Ik zag in een flits de achterkant van andere vrachtwagen op een meter afstand.” Met volle vaart boort de 25 meter lange combinatie uit Sprundel zich in de andere truck. De klap is enorm. De cabine van Van Gelderens Volvo is compleet in elkaar gedrukt en er ontstaat een klein brandje. Aansnellende hulpverleners weten het vuur te doven. Ze verwachten eigenlijk dat de chauffeur niet meer leeft.
Algauw blijkt dat dit niet het geval is. De brandweer is anderhalf uur bezig om Van Gelderen uit het wrak te bevrijden. „Daar heb ik niets van gemerkt. Ik werd pas wakker in de uitslaapkamer van het ziekenhuis.” De heup en het bovenbeen van chauffeur blijken gebroken. Chirurgen plaatsen een pen in zijn been. „Die zit er nog steeds in. Zolang hij geen problemen geeft, blijft hij zitten.”
Van Gelderen heeft het als een wonder van God ervaren dat hij het ongeluk heeft overleefd. „Een collega van mij zag een documentaire waaruit bleek dat negen van de tien chauffeurs een dergelijk ongeval niet overleven. Waarom ik dan wel? Ik heb de Vader in de hemel gedankt dat hij mij er doorheen heeft gesleept. Ik ga niet naar de kerk of zo, maar ik geloof wel dat er een God in de hemel is die mij heeft gespaard.”
Tien dagen na het ongeval mag Van Gelderen op zijn krukken het ziekenhuis verlaten om thuis te revalideren. „Ik wilde zo snel mogelijk weer aan het werk.” In juni 2010 is de chauffeur zo ver dat hij een paar uur met een collega mee kan rijden om de slag weer te pakken te krijgen. „Maar toen ik na een paar uur uit de vrachtwagen stapte, was mijn knie helemaal stijf.” De knie blijkt beschadigd te zijn en de arboarts wil niet dat Van Gelderen daarmee aan het werk gaat. Maar het ziekenhuis wil niet opereren, omdat de chauffeur er verder geen pijn aan heeft. Pas als er een andere arboarts is gekomen, mag Van Gelderen weer voorzichtig aan de slag. Inmiddels werkt de chauffeur weer anderhalf jaar volledig.
De chauffeur is door het ongeluk niet anders gaan werken. Zo heeft hij –net als tijdens het ongeval– geen autogordel om. „Ik heb een paar ongelukken gezien waarbij het niet dragen van de gordel juist de redding betekende voor de chauffeur. Het risico op een bekeuring neem ik voor lief.”
Afleiding is inderdaad een gevaar, zegt Van Gelderen in een reactie op een onderzoek van Volvo, waaruit blijkt dat menselijk falen vaak de oorzaak is van een vrachtwagenongeluk. „Als er aan de overkant iets is gebeurd, kijk je daar toch even naar.” Een veel groter gevaar vindt de trucker de personenauto’s die nog even snel voor een vrachtwagen schieten en dan op de remmen trappen. „Zulke automobilisten moeten eens een dagje meerijden. Dan zie ze hoe gevaarlijk dat is.”
De techniek helpt een behoorlijk handje mee om de kans op ongelukken te verminderen. Twee weken geleden kreeg Van Gelderen een splinternieuwe Volvo FH, uitgerust met het veiligheidssysteem Collision Warning. „Dat zorgt ervoor dat de vrachtwagen zelf gaat remmen als er een obstakel voor hem opdoemt. Ondanks alle techniek zal ik als chauffeur toch moeten blijven opletten.”