Dat bevestigde de koepel van apothekers, KNMP, maandagmorgen desgevraagd naar aanleiding van berichtgeving in dagblad Spits.

Vorig jaar blijkt elke week bij een op de twintig medicijnen een probleem te zijn geweest met de levering. Gemiddeld worden er 4 miljoen medicijnen per week verstrekt. Bij zo’n 200.000 patiënten was de levering wekelijks een probleem.

De problemen deden zich vooral voor bij Metformine (tegen diabetes), Perindopril (tegen hoge bloeddruk), Marcrogol (tegen darmproblemen), Citalopram (tegen depressies) en Atorvastatine (tegen hoge cholesterol).

De oorzaak van de tekorten is volgens voorzitter Rik van der Meer van KNMP het zogeheten preferentiebeleid. Met dat beleid in de hand kunnen zorgverzekeraars zelf bepalen welk geneesmiddel voor een patiënt wordt vergoed. Daardoor gaan de kosten van medicijen omlaag, maar het beleid zorgt er ook voor dat pillen die niet winstgevend zijn, soms helemaal niet meer gemaakt worden.

„Dat beleid is nu helemaal doorgeschoten en moet absoluut stoppen”, zegt Van der Meer in Sp!ts. Volgens hem kan het medicijnentekort onnodige gezondheidsschade voor patiënten, administratieve rompslomp en geldverspilling veroorzaken.

Een van de gevolgen is dat apothekers die een bepaald medicijn niet op voorraad hebben, een alternatief moeten aanbieden. Dat ziet er soms heel anders uit. Daardoor komt volgens Van der Meer medicijntrouw, zeker bij ouderen, in gevaar. „Ook is het niet wenselijk dat er door het tekort soms medicijnen met andere bijwerkingen moeten worden voorgeschreven.”

Volgens een woordvoerder van KNMP zijn de problemen met het leveren van medicijnen niet nieuw, maar worden ze ook niet opgelost. „Ze houden aan.”

Voor Zorgverzekeraars Nederland is dat geen aanleiding om het preferentiebeleid los te laten.