Jubilerend ZOA ontstond in studentenkamer
GRONINGEN – Ze waren jong en vervuld van dadendrang. Veertig jaar geleden ontstond de hulpverleningsorganisatie ZOA in een Groningse studentenkamer. Donderdag blikken de oprichters terug.
Het is 1973. Mensen ontvluchten het communistische Vietnam. Wie helpt hen?
Het antwoord: een aantal jongeren van gereformeerd vrijgemaakten huize in Groningen. Ze zetten het Comité Hulpverlening Zuid-Vietnam op poten.
„Dat was in 1973, op het Sabangplein in Groningen”, herinnert medeoprichter Koos van Houdt (58) zich. Hij woonde destijds als 19-jarige student rechten aan het plein. „Op zo’n moment maak je onbezonnen sprongen, maar God had met ons voor dat we dit moesten doen.”
Dat laat onverlet dat het „verschrikkelijk veel tijd” kostte, zegt Teije Penninga, die ook vanaf de begintijd hielp de organisatie op poten te zetten. Maar met effect: „In die tijd haalden we soms wel 2 miljoen gulden per jaar op. We kregen het advies om de post altijd met twee man te openen. Er kon gerust een briefje van 1000 gulden tussen zitten, zonder afzender.”
In eerste instantie werd het werk onder de vluchtelingen uitgevoerd door de Amerikaanse organisatie CAMA. Later veranderde dat. Het comité veranderde de naam in ZOA, wat staat voor Zuidoost-Azië. Die betekenis is allang achterhaald, omdat de organisatie intussen op meerdere continenten werkt. Ook de anticommunistische oorsprong verdween met de jaren naar de achtergrond.
Wat bleef, is de focus op het verlenen van noodhulp vanuit een christelijke identiteit, zegt huidig directeur Johan Mooij. „Ons doel is mensen te helpen die langs de kant van de weg liggen en onze hulp nodig hebben.”
Als die mensen vragen waarom dat werk gebeurt, „zullen we heel graag vertellen over God”, zegt Mooij. „Als ze het niet willen weten, is dat geen probleem. Dat we een christelijke organisatie zijn, blijkt al uit het feit dat we in moeilijke gebieden dit werk doen. Hoeveel organisaties zitten er in Jemen, in Darfur, in Congo, in Afghanistan, in Pakistan?”
Mooij overhandigde vanmiddag in Groningen een jubileumboek aan de oprichters van destijds. Later dit jaar volgen meer activiteiten, afgestemd met twee andere jubilerende hulporganisaties: Woord en Daad en Tear. Ook zij bestaan veertig jaar.
De onderlinge samenwerking is de achterliggende jaren hecht geworden, constateert Mooij. Fuseren hoeft voor hem echter niet. „De belangrijkste vraag is: hoe kunnen we in het belang van onze doelgroep nog beter functioneren? Daar draait het voor ons om.”