De Graaf handhaaft voorkeursbeleid
Het huidige voorkeursbeleid voor vrouwen en allochtonen, vastgelegd in de Algemene wet gelijke behandeling, is misschien niet meer van deze tijd, maar het is te vroeg om er nu al mee te stoppen.
Dat zei minister De Graaf van Bestuurlijk Vernieuwing maandag in een debat in de Tweede Kamer. De bewindsman erkende dat er „natuurlijk discussie over mogelijk is”, maar vindt het nu nog niet het moment om de positieve discriminatie bij het oud vuil te zetten, zoals VVD-kamerlid Luchtenveld voorstelde. De liberaal vindt het gezien de grote groep allochtonen in Nederland niet langer nodig te spreken van minderheden- en voorkeursbeleid. Hij wil discriminatie uiteraard blijven bestrijden, maar is van mening dat burgers voor zichzelf moeten opkomen.
„Wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid”, citeerde Luchtenveld de slogan van het kabinet-Balkenende II. „De overheid moet gelijke behandeling stimuleren, maar niet per doelgroep.”
Luchtenveld wil een uitzondering maken voor chronisch zieken en gehandicapten, die wel aanspraak mogen blijven maken op een extra steuntje in de rug. De VVD’er kreeg van de andere grote partijen geen steun voor zijn plan positieve discriminatie af te schaffen.
De Graaf wil de discussie pas openen als het kabinet een nota over het voorkeursbeleid heeft geproduceerd. Hoofdauteur van dat stuk is minister De Geus van Sociale Zaken. Tot die tijd wil De Graaf zijn energie vooral steken in aanpassing van de Nederlands regels aan de Europese richtlijnen voor gelijke behandeling.
Sprekend over de Algemene wet gelijke behandeling stelde SGP-kamerlid Van der Staaij voor om voortaan in deze wet onderscheid te maken tussen homoseksuele geaardheid en homoseksuele levenswijze. In de Europese richtlijnen wordt dat onderscheid wel gemaakt, in de Nederlandse wetgeving niet. Van der Staaij kreeg in de Kamer echter weinig bijval.