Binnenland

Habermas strijdt tegen technocratie

RIJSWIJK (ANP) – Jürgen Habermas is de laatste belangrijke vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule, de maatschappijkritische filosofie die door filosofen en sociologen van het Instituut voor Sociaal Onderzoek in Frankfurt is ontwikkeld. Hij heeft zich veel beziggehouden met de democratie die door de technologische ontwikkelingen wordt bedreigd.

28 January 2013 09:06Gewijzigd op 15 November 2020 01:36

Zijn belangrijkste werk is Theorie des kommunikativen Handelns (1981), dat om zijn ontoegankelijkheid wel ‘de blauwe beul’ is genoemd en waarin de term ‘herrschaftsfreie Kommunikation’ (zoiets als een open, niet door politieke of andere leiders opgedrongen dialoog) een belangrijke plaats inneemt. In tegenstelling tot sociologen als Max Weber ziet hij de rationalisering van de samenleving niet als een ontwikkeling die onvermijdelijk leidt tot vermindering van de vrijheid van de burgers, maar als een tweeslachtig proces dat inderdaad dat negatieve effect kan hebben, maar ook de weg opent voor emancipatie van de mens uit hem beklemmende structuren.

Habermas is op 18 juni 1929 in Düsseldorf geboren. Hij was student van Theodor Adorno en Max Horkheimer, de eerste generatie van de Frankfurter Schule. Habermas was van 1964 tot 1970 hoogleraar in Frankfurt als opvolger van Horkheimer. Hij vertrok na een conflict met linkse studenten en werd directeur van het Max Planck Instituut. Van 1982 tot 1994 werkte hij weer in Frankfurt.

Habermas verschilt van de filosofen van de eerste generatie van de Frankfurter Schule, zoals Horkheimer en Adorno, door een optimistischer visie op de ontwikkeling van de moderne samenleving. Hij hamert erop dat de Verlichting veel verworvenheden heeft gebracht, onder meer op economisch gebied en op het terrein van recht en moraal. Maar hij is kritisch over de politieke instellingen en de technologie in het Westen.

Habermas begeeft zich graag in politieke discussies. Zijn bekendheid bij de gemiddelde burger is daaraan meer te danken dan aan zijn wetenschappelijke werken. In de jaren 50 bekritiseerde hij de omstreden filosoof Martin Heidegger die zijn colleges over de metafysica uit 1935 wilde publiceren zonder zich voor zijn steun aan het nationaal-socialisme te verontschuldigen. In de jaren 60 ging hij de strijd aan met radicale studenten, zoals hij zich in de jaren 80 keerde tegen de revisionisten die de jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog relativeerden door ze gelijk te stellen aan de vervolging van tegenstanders van het regime door de Russische dictator Stalin. In de jaren 90 kregen vooral het nationalisme en de identiteit van Europa zijn aandacht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer