De belangstellenden liepen vanaf het stadhuis in een stille tocht naar het spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ van Jan Wolkers in het Wertheimpark, waar de herdenking plaatsvond. Een van de sprekers was burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam. Rabbijn Menno ten Brink sprak het Jizkor- en Kaddisj-gebed ter nagedachtenis van de gestorvenen uit en er was muziek van Roma en Sinti.

Volgens Van der Laan groeide de naziterreur in Europa tijdens de oorlog uit tot symbool van onmetelijk kwaad. „Nooit eerder waren ontmenselijking en moord tot staatsdoel verheven”, zei hij in zijn toespraak. De burgemeester gaf aan dat hij al ruim 40 jaar over het onderwerp praat en leest om te proberen te begrijpen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Maar eigenlijk kan hij het nog steeds niet bevatten. Toch blijft hij erover praten en lezen, omdat hij en vele anderen zich verantwoordelijk voelen „dat het nooit meer gebeurt”.

Door te gedenken, houden we de herinnering levend aan de slachtoffers die van de nazi’s niet mochten bestaan, zei Van der Laan. „De herinnering aan deze misdaad dwingt ons ook tot een antwoord in het hier en nu. Want weten welke gruwelen hebben plaatsgevonden, verplicht ons ook om te voorkomen dat dit onheil zich ooit kan herhalen.”