Schoppende voetballers Haaglandia vrijgelaten
DEN HAAG (ANP) – De rechter in Den Haag heeft vrijdag besloten dat drie verdachten van grof geweld op het voetbalveld de inhoudelijke behandeling van hun zaak in vrijheid mogen afwachten. Hakim H., Kevin M. en Wilfred G. van voetbalvereniging Haaglandia worden verdacht van poging tot doodslag op twee spelers van PGS/Vogel.
De advocaat van Hakim betoogde dat zijn cliënt de boel juist probeerde te sussen, 20 oktober op de grasmat in Rijswijk. Hij wil meerdere getuigen horen om na te gaan of ze geen spelers door elkaar halen. Omdat de drie zaken zo met elkaar verweven zijn, verwees de rechter alle zaken terug naar de rechter-commissaris voor verder onderzoek in de zaak.
Op 20 oktober was de stand 3-1 op het scorebord, toen Vincent van Loon van PGS/Vogel Wilfred tackelde, zo vertelde Hakim. Van Loon en Wilfred kregen vervolgens ruzie, waarna iedereen zich ermee ging bemoeien. „De hel brak los”, aldus Hakim.
Van Loon zou een enorme vuistslag vol in zijn gezicht hebben gekregen, waarna hij op de grond viel en zich in een soort foetushouding beschermde tegen nog meer geweld. Van Loon zou ernstige verwondingen aan zijn rechtergezichtshelft hebben opgelopen, zoals een gebroken oogkas en jukbeen. Zijn broer Jochem van Loon hield lichte verwondingen over aan de vechtpartij. De scheidsrechter had zich uit de voeten gemaakt voor zijn eigen veiligheid.
Zowel Wilfred als Kevin is voor het leven geschorst bij de KNVB. De advocaat van Hakim kon niet zeggen of dat ook geldt voor zijn cliënt.
Wilfred en Kevin mochten naar huis op basis van hun persoonlijke omstandigheden, op voorwaarde dat ze volledig meewerken met de reclassering. Volgens hun advocaten hebben getuigen wisselende verhalen verteld over wie wat precies heeft gedaan en zijn de getuigenissen daarom onbetrouwbaar.
De officier van justitie was tegen schorsing van voorarrest, omdat ze de feiten daarvoor veel te ernstig vond. Ook meende ze, gezien de hele discussie momenteel rond voetbalgeweld, dat zo’n besluit op veel onbegrip zou kunnen rekenen in de samenleving.