Nabestaanden Srebrenica vechten bij Hoge Raad
DEN HAAG (ANP) – Bijna 18 jaar na de val van Srebrenica is de juridische strijd van nabestaanden van drie moslimmannen nog altijd niet beslecht. De Hoge Raad buigt zich vanaf vrijdag over de vraag of de Nederlandse staat aansprakelijk is voor de dood van de mannen. Het hof was in 2011 van oordeel van wel. De nabestaanden willen een schadevergoeding, maar vooral erkenning en excuses.
In hun strijd worden Hasan Nuhanovic, tolk van Dutchbat, en de nabestaanden van de vermoorde elektricien Rizo Mustafic van Dutchbat, bijgestaan door advocate Liesbeth Zegveld en de cassatieadvocaten Riem Jan Tjittes en Guido den Dekker. Nuhanovic verloor zijn vader en broer. Dutchbat, met commandant Thom Karremans, was verantwoordelijk voor de verdediging van de enclave tegen het Bosnisch-Servische leger van generaal Mladic. De Nederlandse blauwhelmen bleken daartoe niet in staat, waarop zeker 7000 moslimmannen en -jongens werden gedood.
De nabestaanden zijn vrijdag bij de behandeling aanwezig. De juridische strijd is slopend voor hen. „Ze zullen zelf iets zeggen over de impact die het heeft gehad op hun leven. Als je dat hoort, houd je het bijna niet droog”, zegt Zegveld. „Het gaat niet alleen om vluchtelingen die hun heil zochten bij Dutchbat, maar ook om mensen die al heel lang voor Dutchbat werkten. Het waren bovendien kostwinners.”
Niet de Staat maar de Verenigde Naties hadden effectief de leiding over Dutchbat, motiveerde het ministerie van Defensie waarom de Staat in cassatie ging. Dat was zo vóór, tijdens en na de val. Het optreden van het bataljon is daarom toe te rekenen aan de VN en niet aan de Staat. „Dat zal nu ook de kern van hun betoog zijn”, vermoedt Zegveld. „Dat is altijd zo geweest. Ze zeggen: het was een VN-missie, dus de slachtoffers zijn bij ons aan het verkeerde adres. Zij moeten in New York bij de Verenigde Naties zijn.”
Maar, zo zegt Zegveld, het hof heeft vastgesteld dat Dutchbat aan het eind van de middag van 13 juli 1995 had moeten weten dat van een evacuatie van de mannen geen sprake was, omdat zij werden weggevoerd om te worden vermoord of ernstig mishandeld. „Dutchbat had hen volgens het hof dus niet van de compound mogen zetten. Die feiten staan vast. Daar kan niemand meer aankomen”, betoogt Zegveld. „De Hoge Raad gaat namelijk niet over de feiten maar alleen over de juridische aspecten. Dat de slachtoffers onrecht is aangedaan en schade hebben geleden, staat met het oordeel van het hof vast. Of die schade nou is toegebracht door blauwe of groene helmen, zou er voor de slachtoffers niet meer toe moeten doen.”