Nicolaï verklapt strategie bij IGC
Staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken heeft in een interview met De Telegraaf een deel van de onderhandelingsstrategie van Nederland bij de komende onderhandelingen over een Europese grondwet prijsgegeven.
Dat viel donderdag in de Tweede Kamer op te maken uit de woorden van premier Balkenende tijdens een debat over de Europese Unie (EU).
In het vraaggesprek maakte Nicolaï duidelijk dat Nederland tijdens de komende onderhandelingen over de conceptgrondwet voor Europa zijn vetorecht over de meerjarenbegroting van Europa wil opgeven in ruil voor een grens aan de nettobijdrage van een lidstaat. Ons land is nu veruit de grootste nettobetaler aan Europa en dat is volgens Nicolaï „niet meer uit te leggen.” Hij vreest voor ondermijning van het draagvlak onder de bevolking voor de EU.
Volgens Balkenende is echter geen sprake van een koppeling. Nederland wil tijdens de Intergouvernementele Conferentie (IGC), die vrijdag begint, zijn vetorecht overeind houden én daarnaast vanaf 2005 een discussie over het begrenzen van de nettobijdrage van Nederland aan de EU op gang brengen.
De Tweede Kamer spoorde het kabinet donderdag in hetzelfde debat opnieuw aan vast te houden aan een eigen Europees commissaris met stemrecht in de Europese Commissie. Ook de eigen partij van premier Balkenende, het CDA, maakte nog eens duidelijk dat stemrecht binnen de Europese commissie voor het CDA „buitengewoon belangrijk” is.
CDA-woordvoerder Van Dijk wees het kabinet donderdag opnieuw op de noodzaak een verwijzing naar de Joods-christelijke religie op te nemen in de preambule van de Europese grondwet. Hij kreeg daarin steun van Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Blokland (ChristenUnie/SGP-eurofractie). „Het negeren van de Joods-christelijke religie is niet alleen geschiedvervalsing”, aldus Blokland, „maar geeft ook aan dat Europa zich loswrikt van zijn wortels.” Premier Balkenende was het met de christelijke partijen eens dat „je niet voorbij mag gaan aan de geschiedenis van Europa.” Hij beloofde tijdens de onderhandelingen „prudent” met de verwijzing om te gaan.
De minister-president wilde nog geen oordeel geven over het raadgevend referendum. Het kabinet wacht af wat de Kamer besluit, zei hij. „Het referendum richt zich tot de Kamer en niet tot het kabinet”, aldus Balkenende. „De Kamer moet zelf bepalen wat ze met de uitslag doet.” Als er een volksraadpleging komt, zal het kabinet de burgers voorlichten en „de uitkomst van de IGC verdedigen.”
De kamer was eensgezind in haar wens verdere uitbreiding van de Unie strenger volgens de afspraken te laten verlopen. Volgend jaar krijgt de EU er in één klap tien nieuwe lidstaten bij. Het was door de lopende onderhandelingen met de kandidaten op een gegeven moment niet meer mogelijk landen die nog niet aan alle voorwaarden voldeden, in de wachtkamer te zetten. Voor de VVD was dat reden om zich het recht voor te behouden tegen de uitbreiding te stemmen.
Dat voorbehoud werd donderdag door woordvoerder Van Baalen echter ingeslikt. Het kabinet moet er voortaan wel alles aan doen om te voorkomen dat een dergelijke procedure opnieuw wordt gevolgd, betoogde hij. Er mag pas een datum voor onderhandelingen worden genoemd als een of meer kandidaten volledig aan de politieke voorwaarden voor toetreding voldoen, luidde zijn kamerbreed ondersteunde motie.