DNA-match in zaak Meppel nieuwe opsteker voor OM
MEPPEL – De DNA-match in de Meppeler moordzaak is een nieuwe opsteker voor het openbaar ministerie. Recent wist het OM de moord op Marianne Vaatstra op te lossen. Ook toen was DNA de sleutel tot het succes.
DNA speelt als bewijsmiddel een steeds grotere rol in de oplossing van (moord)zaken. Een 100 procent DNA-match leidde naar de moordenaar van Marianne Vaatstra. Het erfelijk materiaal van veeboer Jasper S. was gevonden op het lichaam van Vaatstra. S. had zijn DNA eerder bij een grootschalig onderzoek afgestaan.
Recent werd Soufiane B. veroordeeld tot achttien jaar cel voor onder meer het doodschieten van de Amsterdamse juwelier Fred Hund. Volgens het openbaar ministerie is DNA van hem aangetroffen op een achtergebleven schoen en tas.
Cruciaal was het DNA-bewijs ook in de (herziene) Deventer moordzaak. In die zaak werd Ernest Louwes veroordeeld voor de moord op de weduwe Wittenberg. DNA van Louwes zat op de plek waar zij diverse keren met een mes is gestoken.
Het afstaan van DNA is verplicht als iemand is veroordeeld voor een misdrijf waarvoor de rechter iemand in voorlopige hechtenis stelt, zo meldt de rijksoverheid op internet. Dit is meestal een misdrijf waarop een celstraf staat van vier jaar of meer. Ook minderjarigen zijn verplicht DNA af te staan.
Daders van ernstige misdrijven, zoals moord en verkrachting, kunnen sinds april 2012 worden opgespoord met DNA van familieleden. Er wordt dan in de DNA-databank gezocht naar DNA-profielen van personen die mogelijk familie zijn van degene van wie het daderspoor afkomstig is. Het DNA-spoor wordt dus vergeleken met alle DNA-profielen in de databank. Bij een match wordt vervolgens de familie onderzocht.
Tegen DNA-afname kan geen bezwaar worden gemaakt. Tegen het opslaan van het DNA-profiel kan dat wel.
Als iemands DNA op de plaats van het delict wordt gevonden, hoeft dat overigens nog niet zonder meer te betekenen dat iemand dus schuldig is aan een misdrijf.