„Nederland blijft kindonvriendelijk”
Nederland voert een kindonvriendelijk beleid. Jongvolwassenen voelen zich onvoldoende door de overheid ondersteund in de keuze om „aan kinderen te beginnen.”
Dat stelt de Nederlandse Gezinsraad in het woensdag uitgebrachte Signalement, een tweejaarlijks rapport waarin zij de ontwikkeling van de positie van gezinnen en andere leefvormen in opdracht van het kabinet vastlegt.
De overheid biedt te weinig mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren, stelt de Gezinsraad, daarbij doelend op gebrek aan kinderopvang. De kindvraag is niet zelden een dilemma binnen een relatie, constateert de raad. Partners twijfelen soms langdurig. Uitstel van de komst van het eerste kind leidt nogal eens tot afstel. Met name hoger opgeleiden blijven in toenemende mate kinderloos. Het krijgen van kinderen is daardoor steeds meer een zaak voor middelbaar en lager opgeleiden. Lager opgeleide vrouwen stoppen na de komst van hun kind geheel of gedeeltelijk met werken.
Het overheidsbeleid zou gericht moeten zijn op een goed functionerend gezinsleven en op maximale maatschappelijke activiteiten van beide ouders, zegt de Gezinsraad. De raad pleit ervoor om bij beleidsvoorbereiding rekening te houden met de effecten op gezinnen. Dit is des te belangrijker in deze economisch onzekere tijden, aldus de Gezinsraad. In het kabinet Balkenende II is gezinsbeleid echter een ondergeschoven kindje.
Voor de coördinator voor gezinsbeleid, staatssecretaris Ross-van Dorp, is het een uitdaging om de hoge waarde die individuen hechten aan het gezin en de erkenning van het maatschappelijk belang daarvan door vele politieke partijen te vertalen in regeringsbeleid, aldus de raad.