Nederlandse bevelen in Iraakse woestijn
De jonge Irakees Hayder Kattab Helo (25) staat voor een groep van een kleine twintig Iraakse jongemannen die bij de Nederlandse mariniers in Irak de opleiding voor het Iraakse Burgerverdedigingskorps volgen. In de kurkdroge woestijn achter Hayder is in de verte het treinonderhoudsstation van al-Samawah te ontwaren, waar de mariniers in juli en augustus hun eerste hete weken in Irak doorbrachten.
Hayder is deze dag groepsoudste en wordt getest op zijn leiderscapaciteiten. Vrijwel accentloos schreeuwt hij in het Nederlands tegen zijn groep: „Geef… acht!” Tolken vertalen alle teksten die de mariniers tijdens hun lesprogramma in het Engels geven, maar voor het gemak zijn de bevelen in het Nederlands gebleven.
Dus klinkt ’s ochtends om acht uur bij het appèl van korporaal der mariniers Peter Bergsma ook het ”geef… acht”. Daarna in het Engels: „Vandaag ben ik niet gelukkig. Jullie hebben gisteren vuilnis achtergelaten en naast de weg gegooid. Daarom beginnen we met tien keer opdrukken.” Pas als alles naar de zin van korporaal Bergsma is, sluit hij weer af in het Nederlands: „Ingerukt mars.”
In drie groepen begeven de Irakezen zich dan naar de boogtenten waar ze les krijgen in zelfhulp-kameradenhulp (militaire variant van EHBO), het beveiligen van een gebouw of het bemannen van een controlepost. Ook hier geniet Bergsma duidelijk van zijn rol als strenge autoriteit. „Heeft iedereen een pen? Ahmed niet? Dat is dan pech, dan schrijf je het in de pauze maar over van je vriend!”
De opleiding die Nederlanders in al-Muthanna en Italianen en Britten elders in het zuiden van Irak verzorgen, is bedoeld voor jonge Irakezen die rangloos of als dienstplichtige hebben gediend in het leger van de verdreven dictator Saddam Hussein. De opleiding duurt drie weken. Bij goed gevolg krijgen ze een jaarcontract met een maandsalaris van 60 dollar. Het Burgerverdedigingskorps in al-Muthanna komt onder bevel van de Nederlandse commandant en krijgt een ondersteunende rol tussen politie en leger in.
Een van de onderdelen is het omgaan met wapens. „Irakezen schieten graag. Ze doen het om iets te vieren, bijvoorbeeld bij een bruiloft. Dat willen we veranderen”, zegt sergeant-majoor Peter van den Berg.
De werkloosheid in de provincie al-Muthanna loopt tegen de 65 procent. De jonge Irakezen grijpen de kansen die de opleiding hun biedt dan ook met beide handen aan. „Zestig dollar is een redelijk salaris voor de meesten en er is nauwelijks verzuim”, aldus Van den Berg.
De mariniers leggen de Irakezen in de watten. Tenminste, als je het vergelijkt met het Iraakse leger. Van den Berg: „De verhalen die je daarover hoort, zijn verschrikkelijk. Ze kregen vreselijk slecht te eten en zelfs lijfstraffen. Bij desertie werd als straf soms een oor afgesneden, soms volgde executie.”
Als de opleiding is afgerond, gaan de Irakezen aan het werk in het gebied van de Nederlanders. Aan Bergsma zal het in elk geval niet liggen. „We leren jullie een verdachte te ontwapenen, maar daarna moet de politie komen om de dieven of de Ali Baba’s mee te nemen. En dit is heel belangrijk: Ga nooit in discussie met een verdachte. Stay sharp, stay safe, guys.”