Uitleg: Stijging Italiaanse en Spaanse rente van korte duur
APELDOORN – Na een geleidelijke daling in de afgelopen maanden liepen de rentes op Italiaanse en Spaanse staatsleningen begin deze week plotseling stevig op. Dinsdag was al weer sprake van een lichte daling. Die leek zich woensdagochtend voort te zetten.
Rond 10 uur stond de rente voor tienjarige Italiaanse staatsobligaties op 4,69 procent. Voor Spaans waardepapier met dezelfde looptijd was dat 5,42 procent.
Het ging de afgelopen maanden juist zo goed. Griekse toestanden bleven uit in de twee grootste economieën van de zuidelijke eurozone. Het strakke economische beleid van het Italiaanse zakenkabinet onder leiding van premier Monti wierp zijn vruchten af en ook de Spaanse regering hield de teugels strak. Beleggers waardeerden dat. De rente op tienjarige Italiaanse staatsleningen, die begin dit jaar nog boven de 7 procent lag, bereikte een week geleden een stand van 4,43 procent. De Spaanse rente zakte naar 5,25 procent, terwijl die op 24 juli met 7,62 procent nog op het hoogste niveau sinds de invoering van de euro stond.
Maandag sprong de Italiaanse rente plotseling weer in de richting van de 4,9 procent, de Spaanse naar 5,7 procent.
Vanwaar die plotselinge rentestijging?
Die heeft alles te maken met de plotselinge aankondiging afgelopen weekeinde van vervroegde verkiezingen in Italië in februari. Beleggers zijn bezorgd over de mogelijke terugkeer van oud-premier Berlusconi in de top van de Italiaanse politiek. Als dat ertoe leidt dat de hervormingen van huidig premier Monti –die liet weten dat hij binnenkort opstapt– worden teruggedraaid, kan de spanning op de markten rond Italië verder oplopen, wat ook zijn weerslag heeft op de positie van Spanje.
Spanje vroeg vorige week om Europese hulp. Wat heeft dat hiermee te maken?
Spanje heeft –na daar lang mee te hebben gewacht– formeel gevraagd om Europese hulp bij de herkapitalisatie van zijn noodlijdende banken. De banken zijn in de problemen geraakt doordat als gevolg van de diepe en langdurige vastgoedcrisis veel klanten niet meer aan rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen. De aangevraagde hulp betreft 39,5 miljard euro. Het geld zou woensdag worden uitbetaald. Deze zomer is al afgesproken dat Spanje maximaal 100 miljard euro aan kredieten zou krijgen om zijn financiële sector op de been te houden. Beleggers kregen daarmee het vertrouwen dat Europa Spanje niet laat vallen. Mede daardoor zette de rentedaling in. De leningen komen uit het nieuwe noodfonds van de landen in de eurozone, het European Stability Mechanism (ESM). Daarmee is dit de eerste operatie van het dit jaar opgerichte permanente fonds.
Wat is het risico van rentestijging?
Een overheid, in dit geval de Italiaanse of Spaanse, is dan steeds duurder uit met het aantrekken van kapitaal. Dit zorgt voor oplopende staatsschulden en druk op de overheidsfinanciën. Doet Spanje een beroep op het noodfonds, dan hoeft het niet langer zelf naar de markt om dure leningen op te nemen. Het land zal dat echter zo lang mogelijk uitstellen, want aan die kredieten zijn strenge voorwaarden verbonden. Het komt erop neer dat de overheid dan onder curatele komt te staan. De Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds kunnen een land zware eisen voor bezuinigingen en hervormingen opleggen. Dat is eerder gebeurd met Griekenland, Ierland en Portugal.
Is er een andere mogelijkheid?
De Europese Centrale Bank kan staatsobligaties van zwakke landen opkopen en zo de rente drukken. Maar het behoort niet tot de eigenlijke taken van de ECB om obligaties op te kopen, Duitsland was er dan ook lang op tegen. Afgelopen zomer maakten de eurolanden en de ECB duidelijk dat zij Spanje niet zullen laten vallen. In september volgde het historische besluit dat de ECB zo nodig ongelimiteerd schuldpapier van kwakkelende landen als Spanje en Italië zal opkopen. Dat stimuleerde de daling van de rente op hun staatsleningen.